U hebt een project geopend. De layoutruimte-navigator is geopend en er is een layoutruimte geopend. De layoutruimte bevat een montageplaat en/of constructieve componenten. Invoegen > Uitsparing > <Type>.
In dit dialoogvenster kunt u de waarden voor alle beschikbare uitsparingstypen selecteren of invoeren. De eenheden worden overgenomen van de projectinstellingen of bij invoer in inch omgerekend in mm.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Diameter: |
Waarde voor de boringsdiameter. In de vervolgkeuzelijst worden alle in het project gebruikte boringsdiameters en de laatst gebruikte boringsdiameter weergegeven. |
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Type: |
In de vervolgkeuzelijst kunnen de opties "Recht", "Afgerond" en "Afgeschuind" worden geselecteerd. |
Breedte: |
Breedte van de rechthoek |
Hoogte: |
Hoogte van de rechthoek |
Radius / afschuinafstand: |
Dit invoerveld is alleen beschikbaar als in het veld Type een van de opties "Afgerond" of "Afgeschuind" is geselecteerd. Hier kan, afhankelijk van het geselecteerde type, de waarde voor de radius van de afgeronde rechthoek of voor de afschuinafstand van de afgeschuinde rechthoek worden ingevoerd of geselecteerd. |
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Lengte: |
Lengte van het slobgat. De ingevoerde waarde voor de lengte moet groter zijn dan de waarde voor de hoogte. |
Hoogte: |
Hoogte van het slobgat. |
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Kantlengte: |
Kantlengte van de zeshoek / achthoek. |
Gebruikergedefinieerde contour
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Contour: |
Bestandsnaam van een gebruikergedefinieerd contourbestand *.fc1. Met de knop [...] kan het bestand worden geselecteerd in de contourendirectory die in de bedrijfsinstellingen is gedefinieerd. |
Dialoogvensterelement |
Betekenis |
---|---|
Lijst: |
In dit dialoogvenster kunt u een in het artikelbeheer gedefinieerd boorpatroon voor het uitsparingstype "Uit boorpatroon" selecteren. Hiermee kunnen alle vereiste boringen voor een component in één bewerkingsstap worden ingevoegd. Deze lijst bevat de naam en de omschrijving van de boorpatronen die in het artikelbeheer zijn gedefinieerd. Door een invoer te selecteren en op [OK] te klikken, kunt u het boorpatroon selecteren om het in te voegen. De afzonderlijke uitsparingen zijn gegroepeerd en vormen samen een boorpatroon. Na het plaatsen wordt de groepering ontbonden. De onderdelen van het boorpatroon kunnen vervolgens worden behandeld alsof deze afzonderlijk zijn geplaatst. |
Zie ook