U hebt een project geopend. U hebt een contour van het type "Contour-NC-recordgenerering" in de contoureditor geopend (bijvoorbeeld via de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Openen). De contourtekening bevat slechts een enkele, zichzelf niet-snijdende, gesloten contour. Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Record genereren > Rittal - Perforex BC / Secarex of ... > Rittal - Perforex LC / Secarex of ... > NC-Steinhauer.
In dit dialoogvenster definieert u de voor de contourtekening relevante machinespecifieke gegevens. Deze gegevens worden bij de contour opgeslagen.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat er per contour meerdere machineconfiguraties kunnen bestaan. Per machine is echter telkens maar een NC-record toegestaan.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Selecteer in deze vervolgkeuzelijst de machine waarvoor de NC-record moet worden gemaakt.
Dit veld kan voor aanvullende informatie bij de record worden gebruikt.
(alleen voor Rittal - Perforex BC / Secarex en NC-Steinhauer)
Selecteer het freesgereedschap in de vervolgkeuzelijst.
Definieer de aanloopweg via de opties van dit groepsveld:
- Tangentieel (boog): kies deze optie wanneer de aanloopweg tangentieel, dus langs de rotatie-as moet worden uitgevoerd.
- Verticaal (recht): kies deze optie wanneer de aanloopweg recht, dus van boven of van onder moet worden uitgevoerd, en voer vervolgens in het veld Afstand nog de afstand in.
Zie ook