Zolang de oplopende bemating is geactiveerd, wordt het laatste bematingseindpunt altijd als bematingsstartpunt van de volgende maatlijn geïnterpreteerd. Het volgende punt dat wordt ingetekend, is dan het nieuwe bematingseindpunt.
Het maatgetal wordt bij de oplopende bemating altijd berekend van het startpunt tot het eindpunt van de betreffende sectie. De maatlijnen worden alle op dezelfde hoogte getekend.
U kunt bij de oplopende bemating eerst de totale maat definiëren en vervolgens de maat van de sectie. Ook kunt u de totale maat groter maken.
- Invoegen > Bemating > Oplopende bemating
- Definieer het startpunt van de bemating door te klikken op de linkermuisknop.
- Definieer het eerste bematingseindpunt.
- Definieer de afstand van de bemating tot het object waarvan de maat moet worden vastgesteld. Verplaats de muis in verticale richting t.o.v. de maatlijn totdat de gewenste afstand is bereikt en klik vervolgens op de linkermuisknop.
De maathulplijnen krijgen de betreffende hoogte. - Definieer het volgende bematingseindpunt. Dit punt kan zich binnen of buiten de eerder gedefinieerde maat bevinden. De maatlijn krijgt de hoogte en de richting van de vorige maatlijn en het maatgetal wordt aan het einde van de sectie geplaatst.
- Definieer de overige bematingseindpunten.
- Sluit de actie af met de snelmenuopdracht Actie annuleren of met de toets [Esc].
Tip:
Via een projectinstelling kunt u definiëren dat voor de oplopende bemating de startwaarde wordt weergegeven. Kies daartoe de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Grafische bewerking > Bemating en schakel het selectievakje Startwaarde bij oplopende bemating weergeven in. De instelling is ook van toepassing op bestaande oplopende bematingen.
Zie ook