De formuliereigenschap Formaat voor automatische paginabeschrijving maakt het mogelijk de pagina-informatie (paginanaam, paginabeschrijving, groep etc.) te definiëren voor de paginabeschrijving die bij het genereren van de verwerkingen automatisch wordt toegekend.
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend.
- U hebt het formulier waarvan u de eigenschappen wilt bewerken in de formuliereditor geopend (Hulpprogramma's > Stamgegevens > Formulier > Openen > [Openen]).
- U hebt het dialoogvenster Formuliereigenschappen - <Formuliernaam> geopend (Snelmenu > Eigenschappen op het formulier in het navigatorvenster Pagina's - <Projectnaam>).
- In het dialoogvenster Formuliereigenschappen - <Formuliernaam> klikt u op [...] in de kolom Waarde van de eigenschap Formaat voor automatische paginabeschrijving.
- In het dialoogvenster Formaat voor automatische paginabeschrijving selecteert u in de lijst Beschikbare formaatelementen het element dat bij de automatische paginabeschrijving moet worden gebruikt. (Een meervoudige selectie is hier niet mogelijk.)
- Klik op
(Naar rechts verplaatsen).
Het element wordt in de lijst Geselecteerde formaatelementen overgenomen. - Ga op dezelfde wijze te werk voor de overige formaatelementen.
- Klik op
(Naar boven verplaatsen) / 
(Naar onder verplaatsen), om een geselecteerd formaatelement, indien mogelijk, naar boven / onder te verplaatsen. (Een meervoudige selectie is hier niet mogelijk en het formaatelement van het type Scheidingsteken tussen kopobjecten kan niet worden verplaatst, omdat dit altijd aan het eind van de lijst wordt ingevoegd.) - Klik op [OK]. De formaatelementen worden opgeslagen.
In het dialoogvenster Formuliereigenschappen - <Formuliernaam> worden de formaatelementen in de kolom Waarde als volgt weergegeven:
<Nummer van het beschikbare formaatelement>;<Aantal / lengte / ID van de eigenschap>|<Nummer van het beschikbare formaatelement>;<Aantal / lengte / ID van de eigenschap>|...,
waarbij de nummers als volgt zijn toegekend:
- Pagina- / formuliertype: 1
- Formuliereigenschappen: 9
- Naam van het kopobject: 2
- Overige eigenschappen van het kopobject: 10
- Naam van het eerste gegevensobject: 3
- Naam van het laatste gegevensobject: 4
- Scheidingsteken: 5
- Scheidingsteken tussen kopobjecten: 11.
Voorbeeld: 2;1|9;<18000,0>|5;4 voor:
Naam van het kopobject, aantal / lengte: 1
Formuliereigenschappen, eigenschap Naam (formulier, plotkader, contour, verloop) (ID 18000, Index 0)
Scheidingsteken, aantal / lengte: 4