Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Bewerkingsvolgorde van gegroepeerde objecten

Als de optie Groepering gebruiken is geactiveerd, worden alle acties zoals verwijderen, kopiëren, verplaatsen etc. voor de gehele groep uitgevoerd. Bewerkingsacties die betrekking hebben op de eigenschappen van objecten (zoals bepaalde opties in het snelmenu of het oproepen van het eigenschappendialoogvenster), worden echter slechts voor één object van de groep uitgevoerd. Binnen de groepen hebben de verschillende objecten een bepaalde volgorde. Deze volgorde bepaalt welk object van de groep wordt bewerkt. Daarbij worden eerst de logische objecten (functies) bewerkt en daarna de grafische objecten.

Als de groep meerdere functies bevat, wordt aan de hand van het weergavetype bepaalt welke functie voor de bewerking wordt "gebruikt":

Montageplaatsymbolen of symboolmacro's die slechts één functie bevatten, kunnen op deze wijze eenvoudig worden bewerkt. Ook symboolmacro's die bijvoorbeeld functies met de weergavetypen "Meerlijnig" en "Paarkruisverwijzing" bevatten (zoals kleppen, cilinders met eindschakelaars etc.), kunnen eenvoudig worden bewerkt.

Handmatige selectie van de functie die moet worden bewerkt

In groepen met meerdere functies kunt u ook handmatig aangeven welke functie moet worden bewerkt. U doet dit door de functie te selecteren. Grafische schemasymbolen worden daarbij genegeerd.

Als u een schemasymbool met elk willekeurig weergavetype behalve het weergavetype "Grafisch" selecteert, hebben de sprongfuncties en eigenschappen alleen betrekking op de geselecteerde functie. Er wordt dus het snelmenu weergegeven dat bij deze functie hoort en er wordt bijvoorbeeld het eigenschappendialoogvenster voor deze functie geopend. Het verplaatsen, verwijderen en kopiëren heeft betrekking op de groep.

Als u een grafisch element of een schemasymbool met het weergavetype "Grafisch" selecteert, dan wordt gezocht naar het schemasymbool met het meest hoogwaardige weergavetype en wordt hiervoor het snelmenu of het eigenschappendialoogvenster geopend. Als de groep geen hoogwaardig element bevat (d.w.z. dat in de groep alleen grafische weergaven, teksten en schemasymbolen met het weergavetype "Grafisch" voorkomen), dan worden de objecten als blok bewerkt.

Tip:

Met de toets ([Ctrl] / [Alt] + pijltoetsen of [Tab]) kunt u de individuele elementpunten van een groep selecteren.

Blokbewerking van grafische elementen

U kunt de grafische elementen van een groep als blok bewerken door de optie Groepering gebruiken (tijdelijk) uit te schakelen en de betreffende elementen te selecteren.

Zie ook