Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Algemeen (projecten, grafische bewerking)

In dit dialoogvenster definieert u projectspecifieke instellingen voor de weergave van verbindingsaftakkingen, aansluitcodes etc.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Verbindingsaftakkingen weergeven:

In dit groepsveld geeft u aan hoe de verbindingssymbolen in het schema moeten worden weergegeven:

Opmerking:

In de gebruikersinstellingen (Opties > Instellingen > Gebruiker > Grafische bewerking > Verbindingssymbolen) definieert u de instellingen die betrekking hebben op het tekenen van de verbindingssymbolen.

Aansluitcode gedraaid weergeven:

Bij de symboolvervaardiging kunnen twee sets aansluitcodes worden gemaakt: één met niet gedraaide aansluitcodes en één waarvan de aansluitcodes 90 graden zijn gedraaid. Deze aansluitcodes worden bijvoorbeeld voor de bewerking conform DIN gebruikt. Standaard is het selectievakje uitgeschakeld, en worden de niet gedraaide aansluitcodes gebruikt. Schakel dit selectievakje in, om de gedraaide aansluitcodes in het project te gebruiken.

Deze instelling is van toepassing op de eigenschap Klemmen- / stekercontactcode.

Macrovakken ook invoegen:

Deze instelling is alleen in schemaprojecten beschikbaar.

Opmerking:

Deze instelling heeft alleen effect wanneer bij het voorbereiden van de macro's in het macroproject bij het betreffende macrovak voor de instelling Macrovak ook invoegen de optie "Uit projectinstellingen" is gekozen.

Schakel dit selectievakje in wanneer bij het invoegen van venster- en symboolmacro's ook het macrovak moet worden ingevoegd. De instelling wordt ook gebruikt bij het invoegen van een apparaat, wanneer voor dit apparaat een macro is opgeslagen. De macrovakken bevatten informatie over de ingevoegde macro's, zoals de macronaam en het bronproject alsmede de artikelgegevenstoewijzing. Met behulp van de macrovakken kunnen de ingevoegde macro's in het project worden geactualiseerd. Bij het comprimeren van het project kunnen de macrovakken weer worden verwijderd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alleen de afzonderlijke componenten van de macro ingevoegd. In dat geval wordt er bij het invoegen van een apparaat geen rekening gehouden met de artikelgegevenstoewijzing van het macrovak!

Macro's refererend invoegen:

Deze instelling is alleen in macroprojecten beschikbaar.

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden macro's bij het invoegen in een macroproject met het toepassingstype "Refererend" en met een ingevoegd bronproject ingevoegd. De macro's kunnen worden geactualiseerd, maar bij het macrovak zelf kunnen slechts enkele wijzigingen worden aangebracht.

Als dit selectievakje is uitgeschakeld, worden macro's in een macroproject met het toepassingstype "Definiërend" en zonder een ingevoegd bronproject ingevoegd.

Zoekrichting bij PLC-aansluitingen omkeren:

Bij PLC-aansluitingen en apparaataansluitingen worden pad-functieteksten eerst tegen de aansluitrichting in gezocht, en pas wanneer daar niets wordt gevonden in de aansluitrichting.
Schakel dit selectievakje in om de zoekvolgorde om te keren, dus om eerst in de aansluitrichting te zoeken.

Alternatieve eigenschapsgroepering gebruiken:

In symbolen volgens de GOST-norm (de officiële norm in Rusland) wordt de onderdeelcode rechts van of rechtsboven het grafische symbool geplaatst.

Vele symbolen van de symboolbibliotheek SPECIAL, die een ODC kunnen hebben, hebben corresponderende eigenschapsgroeperingen. Om bij deze speciale symbolen tussen de verschillende eigenschapsgroeperingen (bijv. standaardinstelling (Links boven, buiten, 0°) -> standaardinstelling (Rechts boven, buiten, 0°, (alternatief))) heen en weer te kunnen schakelen, is dit selectievakje beschikbaar:

Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij alle ingevoegde speciale symbolen van het project op het tabblad Weergave voor de eigenschap Eigenschapsgroepering de "Standaardinstelling (alternatief)" volgens de GOST-norm ingesteld. Bij symbolen uit symboolbibliotheken die niet over een dergelijke eigenschapsgroepering beschikken, heeft deze instelling geen effect - deze behouden de oorspronkelijke standaard eigenschapsgroepering.

Pad-functietekst in het schemapad uitbreiden:

Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt er binnen de grenzen van het door het plotkader gedefinieerde schemapad naar de pad-functietekst gezocht. In dat geval wordt een pad-functietekst in de eigenschap Functietekst (automatisch) van een schemasymbool overgedragen wanneer deze zich op een willekeurige plaats binnen hetzelfde schemapad bevindt. Het invoegpunt van de pad-functietekst hoeft echter niet per se precies onder / boven het invoegpunt van het betreffende schemasymbool te liggen. Als er in het schemapad meerdere pad-functieteksten voorkomen, wordt de eerst gevonden pad-functietekst aan het schemasymbool overgedragen. Hierbij wordt het pad - voor alle functies hetzelfde - van links naar rechts en van boven naar beneden doorzocht.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden pad-functieteksten alleen in de eigenschap Functietekst (automatisch) overgedragen als het invoegpunt van het schemasymbool en het invoegpunt van de pad-functietekst precies onder of boven elkaar liggen.

Opmerking:

Deze instelling wordt alleen verwerkt voor schemaprojecten en niet voor macroprojecten.

Structuurkasten met uitsparing tekenen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt - afhankelijk van de positie van de eigenschapsteksten - bij structuurkasten de linkerbovenhoek open gelaten en wordt daar de onderdeelcode geplaatst. Om een uitsparing weer te geven, moeten de eigenschapsteksten zo worden gepositioneerd alsof ze zich in de oorspronkelijke rechthoek van de structuurkast links boven en binnen zouden bevinden. Selecteert u bijvoorbeeld de eigenschapsgroepering "Links boven, binnen, 0°", dan wordt voor de ODC en alle daaraan gedockte eigenschappen een uitsparing weergegeven. U kunt ook een vergelijkbare eigenschapsgroepering kiezen of de eigenschapsteksten handmatig verplaatsen.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden structuurkasten als eenvoudige rechthoeken getekend.

Opmerking:

In de eigenschapsgroeperingen van de structuurkasten (en andere onderdelen) wordt voor de weergave en het plaatsen van de onderdeelcode standaard de eigenschap ODC (weergegeven) (ID 20010) gebruikt. Voor structuurkasten met uitsparingen kunt u als alternatief een van de volgende eigenschappen gebruiken:

Eigenschapsgroeperingen uit het project overnemen:

De gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen worden projectspecifiek opgeslagen en zijn toegekend aan de symboolvariant waarvoor ze zijn gemaakt. Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies in een ander project of bij het invoegen van macro's worden de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vergeleken. De naam van de eigenschapsgroepering bij de functie blijft behouden wanneer de eigenschapsgroeperingen identiek zijn of wanneer de eigenschapsgroepering nog niet in het project voorkomt. In dat geval wordt de eigenschapsgroepering gegenereerd.

Indien er al een gelijknamige eigenschapsgroepering in het project voorkomt die niet identiek is aan de eigenschapsgroepering bij de functie, bepaalt u via deze instelling welke eigenschapsgroepering wordt gebruikt:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschapsgroepering uit het project aan de ingevoegde functie overgedragen en blijft de naam van de eigenschapsgroepering bij de functie behouden.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijft de eigenschapsgroepering bij de ingevoegde functie behouden en wordt de naam gewijzigd in "Gebruikergedefinieerd".

Opmerking:

In de layoutruimte geldt het hierboven voor functies beschreven gedrag ook voor de artikelplaatsingen. Voor artikelplaatsingen in de layoutruimte zijn de eigenschapsgroeperingen aan de functiedefinitie toegekend en daarom beschikbaar voor artikelplaatsingen met dezelfde functiedefinitie.


Tekstkader:

Definieer hier – gescheiden voor breedte en hoogte – de betreffende standaardinstellingen voor de kaders van teksten. In het eigenschappendialoogvenster voor teksten kunt u deze standaardinstelling overnemen.

Modelaanzicht:

Selecteer hier de achtergrondkleuren voor de shading van de model-aanzichten door op [...] te klikken en het dialoogvenster Kleurenselectie te openen.

Min. tekengrootte voor controle:

Hier definieert u de minimale tekengrootte. Deze waarde wordt gehanteerd bij de controle op te kleine teksten. Te kleine tekengroottes kunnen ook ontstaan als teksten in uitlijningsvakken worden ingepast (wanneer bijvoorbeeld na een vertaling meerdere talen worden weergegeven).

Zie ook