Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Afbreekpunt afboeken

De weergegeven naam van een afbreekpunt geeft aan welke afbreekpunten bij elkaar horen: alle afbreekpunten met dezelfde naam horen bij elkaar. Deze naam kan bestaan uit de potentiaalnaam (bijvoorbeeld "L1", "L+", "PE", "PEN", "N" etc.), beschrijvingen bevatten over de werkwijze (bijvoorbeeld "Nood", "+15V", de signaalnaam) of gewoon zijn samengesteld uit alfanumerieke tekens.

Afbreekpunten worden projectspecifiek met hun naam gedefinieerd. Dat wil zeggen dat elk project een lijst met afbreekpunten bevat die door hun naam worden aangeduid. Bij het invoegen van afbreekpunten in het schema kunt u het nieuwe afbreekpunt aan een bestaande naam toekennen.

Het dialoogvenster bevat de volgende opties:

Lijst:

In de lijstweergave worden de codeblokken die in het project worden gebruikt (dus "Groep", "Inbouwplaats" etc.), de onderdeelcodes en (indien aanwezig) de beschrijving van de afbreekpuntbron weergegeven.

Boom:

In de boomweergave worden het "codeblok" en de "afbreekpuntnaam" in een hiërarchische structuur weergegeven. Daaronder vindt u informatie over bron en doel.

Opmerking:

Als bij het afboeken de naam van het afbreekpunt is geselecteerd, wordt alleen deze afgeboekt en worden alle overige gegevens genegeerd.
Als er echter één afzonderlijke functie is geselecteerd, worden de gegevens van de tabblad Symbool- / functiegegevens en Weergave niet gewijzigd. In dat geval worden alle schrijfbare eigenschappen van de selecteerde functie afgeboekt, met uitzondering van de weergavespecifieke eigenschappen van de categorie "Instellingen" zoals de velden Sorteerkenmerk en Sterbron.

Zie ook