EPLAN News 2.7

Vernieuwingen in de uitbreidingsmodule "EPLAN API Extension"

Voor de producten van het EPLAN platform is een uniforme en zeer krachtige programmeerinterface (API, Application Programming Interface) beschikbaar. Met deze uitbreidingsmodule – de EPLAN API – kunt u zelf, in samenwerking met EPLAN of andere partners, oplossingen op maat ontwikkelen. Meer informatie over de EPLAN API en EADN vindt u op de website van EPLAN in de rubriek "Solutions > Integratie > EPLAN Application Developer Network". In de volgende paragraaf vindt u informatie over de verschillende vernieuwingen in de EPLAN API. Om met de nieuwe versie van EPLAN API eigen toepassingen te kunnen ontwikkelen, hebt u .NET Framework 4.5.2 van Microsoft nodig.

Opmerkingen:

Opmerking:

Wij raden elke API-gebruiker aan om zijn applicatie tijdig met de nieuwe versie van EPLAN API te compileren en te testen. Wanneer u nog verouderde methoden in uw applicatie gebruikt, verschijnt er bij een compileren een compileerwaarschuwing.

Wolk tekenen

Met de EPLAN API is het nu ook mogelijk om een rechthoek of een polygoon in de vorm van een wolk te tekenen. Hiervoor moet u de eigenschap FillPattern in de klasse Rectangle of PolyLine definiëren.

Verwijderde methoden voor de gegevensovername

Er zijn meerdere methoden voor de gegevensovername uit EPLAN 21 en EPLAN 5 in de EPLAN API verwijderd.

Projectstamgegevens actualiseren

Met de nieuwe actie masterdata kunt u nu de stamgegevens via een opdrachtregel, een script of via de EPLAN API actualiseren. Daarbij definieert u via de parameter /TYPE:UPDATEPROJECT dat de projectstamgegevens worden geactualiseerd. In de gebruikersinterface van het EPLAN platform komt dit overeen met de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Huidig project actualiseren.

Nieuwe parameter voor de actie "generatemacros"

De actie generatemacros is met de volgende optionele parameters uitgebreid:

Daarbij staat "n" voor een nummer.

Buisleidingdefinitiepunten en buisleidingaansluitingen genereren

Analoog aan de menuopdrachten Invoegen > Buisleidingdefinitiepunt en Invoegen > Buisleidingaansluiting in de gebruikersinterface kunt u nu ook via de EPLAN API buisleidingdefinitiepunten en buisleidingaansluitingen genereren en bewerken. Hiervoor is in de naamruimte Eplan.EplApi.DataModel de nieuwe klasse PipingDefinition beschikbaar.

Bij het plaatsen in de kasthiërarchie opnemen

Om bij het plaatsen van artikelen in de 3D-montageopbouw ook de instelling In kasthiërarchie opnemen in de EPLAN API te kunnen gebruiken, is de klasse Placement3D met de aanvullende methode FindSourceMate uitgebreid.

Artikelen via het EPLAN Data Portal actualiseren

Met de EPLAN API is het nu ook mogelijk om de artikelen in het artikelbeheer via het EPLAN Data Portal te actualiseren. Hiervoor is de klasse MDPartsDataBase met de nieuwe methode UpdatePartFromDataPortal uitgebreid.

Businterfacenaam voor functiesjablonen en aansluitbeeld toekennen

Om voor de functiesjablonen van busaansluitingen in het artikelbeheer ook via de EPLAN API een businterfacenaam te kunnen toekennen, is in de klasse MDPlcTemplatePosition de nieuwe eigenschap BusSystem beschikbaar.

Omdat de businterfacenaam ook in de aansluitbeelden van het artikelbeheer en in het aansluitbeeld bij bepaalde functies (bijvoorbeeld 3D-artikelplaatsingen) kan worden ingevoerd, zijn de klassen MDConnectionPointPosition en ConnectionPointPosition met de nieuwe eigenschap PLCBusInterfaceName uitgebreid.

Functiesjablonen als sjablooneenheid combineren

Met behulp van de nieuwe methode TemplateGroup uit de klasse MDFunctionTemplatePosition is het nu mogelijk om via de EPLAN API functiesjablonen van bij elkaar horende functies in het artikelbeheer tot een sjablooneenheid te combineren.

Numerieke waarden als meertalige tekst uitvoeren

De nieuwe methode GetDisplayString uit de klasse PropertyValue maakt het mogelijk om voor eigenschappen in plaats van numerieke eigenschapswaarden, meertalige toepasselijke teksten uit de gebruikersinterface uit te voeren.

Nieuwe padvariabelen gebruiken

Met de klasse PathMap en de bestaande methode SubstitutePath kunnen nu ook alle nieuwe padvariabelen van het EPLAN platform worden gebruikt (programmavariabelen, projectvariabelen en omgevingsvariabelen).

Waardensets uit macro's bij planningsobjecten gebruiken

U kunt nu ook via de EPLAN API de macro die bij een planningsobject is opgeslagen en de in de macro gedefinieerde tijdelijke aanduiding-objecten met waardensets gebruiken. Hiertoe is in de klasse PlanningObject de nieuwe eigenschap MacroPlaceHolderValueSets beschikbaar.

Aansluitmaat in functiesjablonen definiëren

In enkele van de klasse MDFunctionTemplatePosition afgeleide klassen (bijv. MDTerminalTemplatePosition) is nu de nieuwe eigenschap ConnectionDimension beschikbaar. Met deze eigenschap kan nu ook via de EPLAN API voor een artikel in de functiesjablonen de aansluitmaat worden gedefinieerd.