Een apparaatselectie kan voor het gehele project worden uitgevoerd, of voor een aantal geselecteerde onderdelen. De apparaatselectie kan vanuit verschillende plaatsen worden opgeroepen:
- Vanuit het dialoogvenster Eigenschappen <...>
- Vanuit de grafische editor
- Vanuit de onderdelen-navigator
- Vanuit de materiaallijst-navigator.
Afhankelijk van waaruit de apparaatselectie is opgeroepen, kan er worden geselecteerd in:
- Het huidige project
- Geselecteerde pagina's
- Geselecteerde elementen in de grafische editor, in de onderdelen-navigator of in de materiaallijst-navigator.
Bij een apparaatselectie wordt voor de betreffende onderdelen eerst gecontroleerd of er in het artikelbeheer identieke functies bestaan. Als dit niet het geval is, wordt gecontroleerd of er een algemene functie (bijvoorbeeld maakcontact, algemeen) bestaat. Als deze bestaat, wordt het apparaat aangeboden. Omgekeerd worden voor een onderdeel met algemene functies, bij een artikelselectie alle apparaten aangeboden die een functiesjabloon uit dezelfde groep hebben.
U kunt een apparaat aan de hand van het typenummer, het bestelnummer of het artikelnummer selecteren. Voor elk geselecteerd artikel worden (elektrische) waarden, functiegroep, artikeltype, deeltype, relaisvarianten, bouwgroep en productsubgroep uit de artikeldefinitie in het schemasymbool overgenomen. Mogelijke toebehoren van een artikel worden ook weergegeven.
Verder wordt in een tabel een voorbeeld van de gedefinieerde functiesjablonen weergegeven. De vereiste functiesjablonen (d.w.z. de functiesjablonen die via zijn functies voor het onderdeel zijn gedefinieerd) en de functiesjablonen die in de apparaatdefinitie zijn gedefinieerd, worden weergegeven.
Afhankelijk van de instellingen voor de apparaatselectie wordt er gecontroleerd of bestaande functiegegevens (bijvoorbeeld de aansluitcodes) door een apparaatselectie worden gewijzigd. Met behulp van een pictogram wordt aangegeven of de functiedefinities van het onderdeel bij die van de apparaatdefinitie passen.
Opmerkingen:
- Voor onderdelen met functiedefinities van de groep "Grafisch" worden bij de apparaatselectie alle artikelen weergegeven die functiesjablonen met de functiedefinitie "Grafisch" bezitten. Bovendien worden alle artikelen zonder functiesjablonen evenals bijbehorende artikelen weergegeven. Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld artikelen van de producthoofdgroep "Mechanica" worden geselecteerd.
- Om bij het toevoegen van toebehoren via de apparaatselectie rekening te houden met bestaande aansluitingen, moet in de instellingen van de apparaatselectie het selectievakje Aansluitcode zijn ingeschakeld.
Apparaatselectie voor speciale functies
Functies die alleen nodig zijn om een onderdeel te definiëren, worden bij de apparaatselectie apart behandeld. Daartoe behoren apparaatkasten, PLC-kasten, klemmenstrookdefinities, stekerdefinities, kabeldefinities en afschermingen.
Als de apparaatselectie wordt uitgevoerd voor een onderdeel dat alleen uit dergelijke functies bestaat en verder leeg is, worden bij de apparaatselectie alle artikelen weergegeven die minimaal de functiesjabloon voor deze functie bezitten.
Als u bijvoorbeeld bij een lege PLC-kast een apparaatselectie uitvoert, worden alleen artikelen weergegeven die een functiesjabloon met de functiedefinitie "PLC-kast" (alsmede een willekeurig aantal functiesjablonen voor de PLC-aansluitingen) bezitten.
Er worden echter geen artikelen weergegeven die alleen functiesjablonen voor de PLC-aansluitingen hebben maar geen functiesjablonen voor de PLC-kast.
Meervoudige selectie (blokbewerking)
Bij een meervoudige selectie verschilt het gedrag van de apparaat- of artikelselectie, afhankelijk van het feit of deze wordt opgeroepen vanuit het dialoogvenster Eigenschappen <...> of vanuit de navigator:
- Als een apparaat- of artikelselectie wordt opgeroepen vanuit het dialoogvenster Eigenschappen <...> worden de geselecteerde artikelgegevens naar alle geselecteerde schemasymbolen "gekopieerd" (d.w.z. dat de geselecteerde artikelen aan alle geselecteerde elementen worden toegekend). Als selectiecriterium wordt echter alleen het eerste schemasymbool gebruikt. Indien het geselecteerde artikel niet bij de overige elementen past, worden dit na een controleprocedure in een melding aangegeven.
- Bij een apparaat- of artikelselectie vanuit de materiaallijst-navigator wordt achtereenvolgens voor elk geselecteerd element het selectiedialoogvenster geopend.
De apparaatselectie wordt na elkaar voor alle geselecteerde hoofdfuncties uitgevoerd.
Toekenning van artikelen aan onderdelen
Onderdelen kunnen door een of meerdere schemasymbolen worden voorgesteld:
- Individueel symbool, bijvoorbeeld motor
- Verdeeld onderdeel (meerdere symbolen, dezelfde ODC), bijvoorbeeld relais, voorgeconfectioneerde kabel
- Module (meerdere symbolen, verschillende ODC's), bijvoorbeeld ster-driehoekschakeling als 19" / MCC-insteekeenheid.
Aan deze onderdelen kunnen verschillende artikelen worden toegewezen:
- Individueel artikel
- Bouwgroep
- Geneste bouwgroep
- Module.
Daarbij is elke combinatie van onderdelen en artikelen mogelijk. De module-informatie wordt bij de hoofdfunctie opgeslagen.
De volgende tabel bevat voorbeelden van de toekenning van artikelen aan onderdelen:
Voorbeeld |
Onderdeel |
Artikel |
---|---|---|
Aan een onderdeel wordt een artikel toegekend. |
Motor |
Gelijkstroommotor 4711 |
Aan een onderdeel worden meerdere artikelen toegekend. |
Zekering |
Smeltpatroon 4712 + insteekvoetje 4713 + sluitring 4714 |
Aan verdeelde onderdelen worden meerdere artikelen toegekend. |
Relais (hoofdfunctie = relaisspoel) |
Relaisspoel 4715 + relaiscontact 4716 + doofschakeling 4717 |
Aan een onderdeel worden meerdere artikelen via een bouwgroep toegekend. |
Zekering |
Bouwgroep B001 (smeltpatroon 4712 + insteekvoetje 4713 + sluitring 4714) |
Aan een onderdeel worden meerdere artikelen via een geneste bouwgroep toegekend. |
Zekering |
Bouwgroep B001 (smeltpatroon 4712 + bouwgroep B002 (insteekvoetje 4713 + sluitring 4714)) |
Aan meerdere onderdelen wordt een module toegekend. |
U1-K1 + U1-K2 + U1-K3 |
Ster-driehoekschakeling 4718 U1 bevat het moduleartikel. U1-K1 etc. krijgt het individuele artikel dat in de module voor dit artikel is vooringesteld. Bij het individuele artikel wordt aangegeven uit welke module het afkomstig is. |
Toekenning van modulen
Bij de apparaatselectie kunnen – naast afzonderlijke artikelen of bouwgroepen – ook modulen worden toegekend.
Als een module aan een "normale" hoofdfunctie wordt toegekend, wordt daar het artikelnummer van de module opgeslagen.
Als een module echter aan een apparaatkast wordt toegekend, kijkt EPLAN naar alle hoofd- en nevenfuncties die zich in de geselecteerde apparaatkast en in alle hiermee kruisverwezen apparaatkasten bevinden en kent het de artikelen van de module aan de betreffende hoofdfuncties toe. Bovendien worden de gegevens uit de functiesjablonen aan de functies in de apparaatkast overgedragen.
Als aan de apparaatkast geen module maar een bouwgroep wordt toegekend, worden de artikelen van de bouwgroep bij de apparaatkast opgeslagen en worden ze niet verdeeld over de functies die de apparaatkast bevat.
Zie ook