Met behulp van configuratiebestanden kunt u de export en import van artikelbeheergegevens beïnvloeden. Het configuratiebestand kan in de dialoogvensters Records importeren en Records exporteren (Hulpprogramma's > Artikel > Beheer > [Extra] > Importeren en ... > Exporteren) worden gekozen door te klikken op [...] in het veld Bestandstype, indien als bestandstype "CSV voor <...>", "ECAD" of "Tekst" is geselecteerd.
Opmerking:
Bij het CSV-formaat bestaan voor de export en import meerdere mogelijkheden: u kunt de bereiken "Adressen", "Artikelen", "Aansluitbeelden", "Boorpatronen", "Toebehorenlijsten" en "Toebehorenplaatsingen" selecteren. Deze bereiken kunnen in een CFG-bestand na elkaar worden gedefinieerd.
Om configuratiebestanden te maken, opent u de gewenste artikeldatabank (bijvoorbeeld door in de betreffende directory te dubbelklikken), selecteert u de tabel waarvan u de gegevens wilt importeren of exporteren (bijvoorbeeld "tblFunctionTemplate" voor de tabel van de functiesjablonen) en neemt u alle relevante velden met uitzondering van de kolom "id" in het *.cfg-bestand (in de editor) over.
Aan het begin van het cfg-bestand moeten de volgende gegevens worden ingevoerd:
- Kolomscheidingsteken, bijvoorbeeld "separator=," om het komma-teken als kolomscheidingsteken te definiëren
- De invoer "skipLeadIn" moet rekening houden met alle kopteksten; omdat "fieldTitle" en "header" beide een titelregel genereren, moet "skipLeadIn" dus minimaal 2 zijn.
- Het aantal rijen voor een record wordt gedefinieerd via de invoer "rowsPerRecord".
- "header" definieert de titelregel; dat wil zeggen dat alles wat na "=" staat als titel wordt uitgevoerd. De invoer moet in "skipLeadIn" worden gebruikt.
- Definieer "fieldTitle=1", om de namen van de velden als kolomkop uit te voeren. De invoer moet in "skipLeadIn" worden gebruikt.
- Definieer "trim=1", om bij de import spaties voor en na de eigenlijke tekst te verwijderen en de tekst links uitgelijnd in het EPLAN-gegevensveld over te dragen.
- Definieer "convert-region-dependent=1", om bij de import getallen overeenkomstig het besturingssysteem weer te geven. Voor het gebiedsschema "Duits (Duitsland)" betekent dit dat de punt "." als duizendtalscheidingsteken en de komma "," als decimaalscheidingsteken wordt gebruikt (bijv. "1.200,00").
- Na deze gegevens wordt de naam van de betreffende tabel in de vorm "table=<tabelnaam>" (bijvoorbeeld "table=tblFunctionTemplate") gedefinieerd.
Opmerking:
Standaard wordt een " geïmporteerd als "", bijvoorbeeld "Omschrijving 1: PC met 15"" monitor". U kunt het teken wijzigen door in het cfg-bestand de volgende tekst in te voeren:
textquote=‘
Dan wordt " geïmporteerd als een ".
De invoeren voor de individuele databankvelden, die volgen op de definitie van de tabelnaam, zijn als volgt opgebouwd:
variant=[1!#189]
Daarbij is in dit voorbeeld "variant" het veld uit de databank. Alles na "=" is de gewenste waarde. Tussen de rechte haken "[ ]" wordt de positie aangegeven, waarbij alles voor "!" het aantal rijen definieert, omdat een record ook in meerdere rijen kan worden uitgevoerd. Na het "#"-teken volgt de kolom.
Er kunnen ook vaste teksten voor velden worden toegekend. Dat ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:
variant="tekst voor" + [1!#6] + "tekst na" of partnr="Loz."+[1!#4] of partnr="Siemens".
De waarde tussen de rechte haken "[ ]" kan ook een vast geformatteerd veld bevatten, bijvoorbeeld variant=[6,5]. Hier is het eerste getal de waarde van de kolom. Het tweede getal na de komma geeft de lengte van de tekst aan; hier worden dus in kolom 6 vijf tekens ingelezen / uitgevoerd.
In de directory ...\Artikel\EPLAN bevindt zich het bestand csvimportexport.cfg, dat o.a. de gegevens voor de functiesjablonen bevat:
separator=,
skipLeadIn=3
rowsPerRecord=1
header=Header
fieldTitle=1
table=tblFunctionTemplate
variant=[1!#189]
connectionDesignation=[1!#190]
pos=[1!#191]
terminalNr=[1!#192]
idx1=[1!#193]
idx2=[1!#194]
characteristics=[1!#195]
functiondefcategory=[1!#196]
functiondefgroup=[1!#197]
functiondefid=[1!#198]
intrinsicsafety=[1!#199]
Let op:
Houd er rekening mee dat de tabel "tblFunctionTemplate" alleen als geheel mag worden geëxporteerd of geïmporteerd. Ook als deze tabel meerdere velden bevat, worden deze als één veld behandeld. Als dus bij de import bijvoorbeeld een veld van commentaar is voorzien, wordt een eventueel bestaande invoer in het artikelbeheer verwijderd!
Bij de import van artikelgegevens met de bestandstypen "CSV voor <...>" en "Tekst" kunt u bovendien in het configuratiebestand definiëren in welke taal de teksten moeten worden geïmporteerd. Daartoe wordt in het configuratiebestand bij het betreffende meertalige veld het gewenste taalkenmerk aangegeven.
description1="DE_de@" + [1!#26] + ";EN_us@" + [1!#27] + ";RU_ru@" + [1!#28] + ";"
Hier is de informatie voor Omschrijving 1 (description1) in drie kolommen verdeeld: kolom 26 = Duits, kolom 27 = Engels en kolom 28 = Russisch. Deze drie kolommen worden door de bovengenoemde configuratie gecombineerd.
Bij de import van vrije eigenschappen en attributen is het kenmerk in het CSV-bestand de bestandsnaam. Bovendien wordt bij de tabellen een rijnummer toegevoegd.
Een mogelijke definitie in het configuratiebestand:
table=tblFreeProperty
description.1=[1!#207]
val.1=[1!#208]
unit.1=[1!#209]
De ".1" staat hier voor de eerste rij in de tabel Vrije eigenschappen. De attributen worden analoog bewerkt.
Bij de import van vrije eigenschappen kunnen bovendien alle te importeren vrije eigenschappen in één rij worden geplaatst. Daartoe moeten in het bijbehorende configuratiebestand de te importeren vrije eigenschappen met hun rijnummers op het tabblad Vrije eigenschappen worden weergegeven. Het betreffende rijnummer wordt daarbij met een punt "." na de veldcodes description, val en unit ingevoerd.
Een mogelijke definitie in het configuratiebestand:
table=tblFreeProperty
description.1=[#3]
val.1=[#4]
unit.1=[#5]
description.2=[#6]
val.2=[#7]
unit.2=[#8]
Zie ook
Materiaallijsten: Velden in het exportbestand
Artikelbeheer: CSV-import en -export voor artikelen
Artikelbeheer: CSV-import en -export voor adressen