Dialoogvenster openen:Hulpprogramma's > Artikel > Beheer. U hebt in de boom of in de lijst een artikel geselecteerd. Kies het tabblad Functiesjablonen.
Opmerking:
Omdat er voor modulen geen functiesjablonen kunnen worden gedefinieerd, worden de velden van dit tabblad grijs weergegeven als u een module bewerkt.
De functiesjabloon is het belangrijkste element voor het apparaatvergelijkingsproces, waarmee de (via de apparaatselectie) geselecteerde apparaten met de (in het schema) ontworpen apparaten worden gesynchroniseerd en op juistheid worden gecontroleerd. Naast de functiedefinitie, zijn ook de identificerende eigenschappen van de functie (bijvoorbeeld de aansluitcode) in de sjabloon opgeslagen. Hier bepaalt u dus welke velden voor de vergelijking identificerend zijn: er wordt nauwkeurig vergeleken wat u in de functiesjabloon hebt voorgedefinieerd.
Voer in de functiesjablonen alleen exacte functiedefinities in. De algemene functiedefinities, bijvoorbeeld "Klem, algemeen, 2 aansluitingen", mogen niet in het artikelbeheer worden gebruikt.
Wanneer u voor de aansluitcodes 13¶14 voor de functiedefinitie "Maakcontact" invoert, wordt een maakcontact met de aansluitcodes 23¶24 door het systeem als fout herkend. Wanneer de functiedefinitie leeg blijft, is een maakcontact met de aansluitcodes 23¶24 toegestaan.
Op dit tabblad definieert u via de functiesjabloon een deel van de technische eigenschappen van een variant; de functiesjabloon bevat dus de gegevens van een functie, waarbij een functie bijvoorbeeld een contact, een kabelverbinding of een stekerpen is. Deze gegevens kunnen meerdere keren per artikel, namelijk één keer per variant, worden gedefinieerd.
Opmerking:
De aansluitinformatie van de eerste sjabloon wordt alleen in acht genomen wanneer er bij dit artikel meerdere varianten voorkomen. Bij het plaatsen van een artikelplaatsing worden de aansluitingen overgenomen uit de functiesjablonen (indien aanwezig), wanneer deze volledig in het aansluitbeeld van het artikel voorkomen of wanneer er in het aansluitbeeld geen aansluitingen zijn gedefinieerd. Zo kunnen dus bijvoorbeeld hulpblokken bij relais in verschillende artikelvarianten voorkomen, om de verschillende aansluitcodes ("13;14" en "23;24") af te beelden. Dit is belangrijk bij het genereren van routeringsverbindingen.
Wanneer u met aansluitbeelden in meerdere artikelvarianten wilt werken, gaat u als volgt te werk:
- In het aansluitbeeld zijn alle aansluitingen gedefinieerd die in alle varianten moeten worden gebruikt.
- In de varianten zelf worden in aanvulling op het geselecteerde aansluitbeeld geen nieuwe aansluitingen gegenereerd.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Apparaatselectie (functiesjablonen):
In de tabel definieert u de gegevens die bij de apparaatselectie worden verwerkt. De tabel bevat een rij voor elke functiedefinitie van een artikelvariant. De volgorde van de kolommen kan niet worden geconfigureerd.
Welke velden hier naast de kolom Functiedefinitie worden weergegeven, hangt af van de geselecteerde functiedefinitie.
Opmerking:
De kolom Beschrijving heeft een bijzondere betekenis: een (meertalige) tekst die in deze kolom is opgegeven, wordt bij het selecteren van het artikel of bij het invoegen van een apparaat niet aan de functie overgedragen. Daarvoor wordt de beschrijving in de boomweergaven van de navigators weergegeven. Daar staat de beschrijving tussen rechte haken en direct na de functiedefinitie.
Het snelmenu bevat - afhankelijk van het veldtype (datum, integer, meertalig...) - de volgende menuopdrachten:
Opmerking:
De tabel wordt bij de selectie van meerdere varianten / artikelen naar "alleen-lezen" geschakeld en kan dan dus niet worden bewerkt.
Zie ook