U hebt een project geopend. Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > PLC. In het dialoogvenster Instellingen: PLC klikt u naast het veld PLC-specifieke instellingen op [...]. In het dialoogvenster Instellingen: PLC-specifiek kiest u het tabblad Formaat van de I/O-lijst.
Op dit tabblad definieert u het formaat van de I/O-lijst.
Het dialoogvenster bevat de volgende opties:
Selecteer de tekenset waarin de I/O-lijst wordt opgeslagen. Mogelijk zijn ANSI, ASCII en UNICODE.
Schakel dit selectievakje in als umlauts in de I/O-lijst zijn toegestaan.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden umlauts bij het schrijven van de I/O-lijst vervangen.
Geef hier het pad en de bestandsnaam van de I/O-lijst op, of klik op [...] om het selectiedialoogvenster te openen.
Via Snelmenu > Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare EPLAN-specifieke padvariabelen kunt overnemen.
Hier kunt u een tekst opgeven die in de kopregel van de I/O-lijst wordt weergegeven.
Hier kunt u een tekst opgeven die in de voetregel van de I/O-lijst wordt weergegeven.
Formaat van de I/O-lijsten-rij:
Met [...] opent u het dialoogvenster Formaat van de rij in de I/O-lijst. Hier bewerkt u het formaat van digitale of analoge PLC-adressen in de rijen van de I/O-lijsten.
Formaat van het I/O-lijsten-adres:
Met [...] opent u het dialoogvenster Formaat van het adres in de I/O-lijst. Hier bewerkt u het formaat van digitale of analoge PLC-adressen in de adressen van de I/O-lijsten.
Zie ook
Dialoogvenster Instellingen: PLC-specifiek
Tabblad Adressen (PLC-adresformaten)
Tabblad Formaat van het symbolisch adres
Dialoogvenster Formaat van het PLC-adres / Formaat van de rij / het adres in de I/O-lijst