Op dit tabblad kunt u machinespecifieke opdrachten invoeren en aan de aderafwerkingsprocessen toewijzen.

Het dialoogvenster bevat de volgende opties:

Aderafwerkingsproces:

De waarden uit de kolom Aderafwerkingsproces zijn op het tabblad Aderafwerkingsproces beschikbaar als selecteerbare waarden.

Tot doorsnede:

In de kolom Tot doorsnede kunt u definiëren tot welke doorsnede de instructies worden toegepast die in het veld Machineopdracht zijn ingevoerd.

Machineopdracht:

In deze kolom worden de instructies ingevoerd in de taal van de desbetreffende machinesoftware, die bij het geselecteerde aderafwerkingsproces moeten worden uitgevoerd.

Voor informatie over de machineopdrachten kunt u terecht bij de fabrikanten van de machines.

Striplengtes voor dubbele hulzen op Komax-machines

Wanneer de gebruiker de Komax-machineopdracht $strip$ gebruikt, wordt de waarde uit de kolom Striplengte van het tabblad Draden gebruikt. Bij dubbele hulzen zijn echter andere striplengtes nodig dan bij enkele hulzen.

Om de afwijkende striplengte bij dubbele hulzen te kunnen sturen, is de machineopdracht $strip$ uitgebreid met de parameters a (striplengte) en b (aftreklengte). Het formaat van de machineopdracht dat hiervoor moet worden gebruikt is: $strip,a,b$. Als de machineopdracht in de vorm $strip,a,b$ wordt gebruikt, worden de opgegeven waarden voor a en b voor de striplengte en voor de aftreklengte gebruikt; de waarden op het tabblad Draden worden in dat geval genegeerd.

Als er geen waarde voor de parameter b is opgegeven ($strip,a$), wordt de aftreklengte berekend uit striplengte/2.

Als er geen waarde voor de parameter a is opgegeven ($strip,,b$), wordt de waarde voor de striplengte uit de kolom Striplengte van het tabblad Draden gebruikt.