Een functie kan meerdere keren in het project worden weergegeven, als enkellijnige functie, meerlijnige functie, overzichtsfunctie, paarkruisverwijzingsfunctie en / of als P&I-schemafunctie. U kunt de eigenschappen van deze functieweergaven onafhankelijk van elkaar bewerken.
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend.
- U hebt de onderdelen-navigator of de grafische editor geopend.
- Schakel in het menu Opties de menuopdracht Eigenschappen (algemeen) uit.
- Dubbelklik op de functieweergave van een hoofdfunctie of een nevenfunctie.
In het dialoogvenster Eigenschappen (schemasymbool): <...> worden de eigenschappen van de geselecteerde functieweergave weergegeven. - Wijzig de gewenste eigenschappen en klik op [OK].
- Om te actualiseren drukt u op [F5].
De eigenschappen worden uitsluitend bij de geselecteerde functieweergave gewijzigd.
Zie ook
Eigenschappen bij alle weergaven van een hoofdfunctie algemeen bewerken
Eigenschappen bij alle weergaven van een nevenfunctie algemeen bewerken