In de enkellijnige weergave kunnen ook meerlijnige verbindingen worden gedefinieerd. Hierdoor kunt u ook bij een pure enkellijnige weergave een meerlijnige verwerking van aansluitingen en verbindingen realiseren.
Een pure enkellijnige documentatie van het schema kan o.a. zinvol zijn wanneer verbindingen tussen apparaten grotendeels gestandaardiseerd zijn en een verdere detaillering in de vorm van een meerlijnig schema niet nodig is (bijvoorbeeld bij de verbinding van twee modulen via een seriële interface).
Als er in aansluiting op de enkellijnige engineering verdere engineeringsstappen worden uitgevoerd die op meerlijnige verbindingen zijn gebaseerd (bijvoorbeeld verwerkingen zoals verbindingslijsten), moeten uit de enkellijnig weergegeven verbindingen meerlijnige verbindingen worden gegenereerd. Hiervoor moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- De meerlijnige functies van het apparaat (bijvoorbeeld de stekercontacten) moeten als niet-geplaatste functies in het project voorkomen.
- De enkellijnige functie van het apparaat (bijvoorbeeld van de steker) moet een hoofdfunctie zijn. Bij deze functie moet de eigenschap Niet-geplaatste nevenfuncties bij de hoofdfunctie beheren zijn ingeschakeld.
Definitie van de meerlijnige verbindingen bij het verbindingsdefinitiepunt
De meerlijnige verbindingen kunnen bij enkellijnige verbindingsdefinitiepunten worden gedefinieerd. Als een verbindingsdefinitiepunt het weergavetype "Enkellijnig" heeft, wordt in het eigenschappendialoogvenster ook het tabblad Apparaten aansluiten weergegeven. Op dit tabblad kunt u definiëren tussen welke aansluitingen van apparaten verbindingen moeten ontstaan. Bovendien kunt u de eigenschappen van deze verbindingen bewerken en bijvoorbeeld de verbindingskleur en de verbindingscode definiëren. Deze informatie wordt bij het verbindingsdefinitiepunt opgeslagen en daaruit worden - in aanvulling op de enkellijnige verbindingen - meerlijnige verbindingen gegenereerd.
Bij een enkellijnige verbinding wordt alleen het grafisch eerste verbindingsdefinitiepunt met meerlijnige verbindingsdefinities verwerkt. Als bij een ander verbindingsdefinitiepunt op de verbinding meerlijnige verbindingen zijn gedefinieerd, wordt dit via een controleprocedure gemeld.
Opmerking:
Normaal gesproken is het niet zinvol om voor dezelfde aansluiting meerlijnige verbindingen in de enkellijnige weergave te definiëren en daarnaast in de meerlijnige weergave verbindingen naar deze aansluiting te tekenen. Als er voor de meerlijnige verbindingen die in de enkellijnige weergave zijn gedefinieerd ook verbindingen in de meerlijnige weergave bestaan, kunnen er conflicten optreden als hun gegevens niet overeenstemmen. Deze conflicten worden via een controleprocedure gemeld.
Kopiëren of verplaatsen van het verbindingsdefinitiepunt
Als een compleet schemagedeelte (d.w.z. het verbindingsdefinitiepunt en de bijbehorende schemasymbolen) wordt gekopieerd en ingevoegd of verplaatst, blijven alle verbindingsgegevens die bij het verbindingsdefinitiepunt zijn opgeslagen behouden. Zo ontstaan er verbindingen die hetzelfde zijn gedefinieerd, ook als de ingevoegde onderdelen opnieuw worden genummerd.
Als alleen het verbindingsdefinitiepunt wordt gekopieerd en op een andere bestaande enkellijnige verbinding wordt ingevoegd of verplaatst, blijven de verbindingsgegevens alleen behouden als deze bij de nieuwe aansluitingen passen.
Weergave van de gedefinieerde meerlijnige verbindingen in de verbindingen-navigator
Om de in de enkellijnige weergave gedefinieerde meerlijnige verbindingen in de verbindingen-navigator te kunnen herkennen, moet u de kolommen van de navigator zo configureren dat de eigenschap Beheertype wordt weergegeven. De gedefinieerde meerlijnige verbindingen worden aangeduid door het beheertype "Meerlijnig (automatisch)".
Zie ook
Beheer van niet-geplaatste nevenfuncties bij de hoofdfunctie