Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Algemeen (project, vertaling)

In dit dialoogvenster geeft u op hoe en in welke vertalingstalen de projectteksten van het huidige project moeten worden vertaald. De vertaal- en weergave-instellingen zijn projectspecifiek. Hiermee kunt u projecten met verschillende instellingen op een station bewerken.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Groepsvak Vertaling

Talen:

In dit veld staan alle talen waarin de projectteksten moeten worden vertaald. Gebruik de knoppen boven het veld om talen toe te voegen of te verwijderen.

Brontaal:

In dit veld definieert u de brontaal van het project. Dit is de taal waarin u uw projectteksten invoert. De brontaal van het project is tegelijkertijd de brontaal van de vertaling. Voor deze taal zoekt EPLAN bij het vertalen naar passende trefwoorden in het woordenboek, die vervolgens in alle geselecteerde vertalingstalen worden vertaald. In de vervolgkeuzelijst kunt u de dialoogtaal selecteren, of een taal die u reeds als vertalingstaal hebt gedefinieerd. Als de optie ##_## (dialoogtaal) is geselecteerd, wordt de brontaal automatisch aangepast aan de dialoogtaal die op dat moment in EPLAN is ingesteld. Via de brontaal definieert u eveneens in welke taal vertaalbare projectteksten in dialoogvensters worden weergegeven. Dit geldt niet voor de grafische editor. Hier definieert u via de weergavetalen welke talen er zichtbaar zijn. De brontaal kan als weergavetaal zijn geselecteerd, maar dat is niet per se noodzakelijk.

Opmerking:

De brontaal is automatisch de taal waarin de teksten in het project worden ingevoerd. Deze invoertaal wordt bovendien tijdens het invoeren van teksten in de statusbalk van EPLAN weergegeven.

Tijdens het invoeren vertalen:

Als het selectievakje is ingeschakeld, worden teksten, pagina-eigenschappen, projecteigenschappen en onderdeeleigenschappen al tijdens het invoeren automatisch vertaald met invoeren uit het woordenboek. Als er in het woordenboek geen vertalingstekst wordt gevonden, blijft de tekst taalonafhankelijk. In dat geval wordt de tekst - onafhankelijk van de ingestelde dialoogtaal - altijd weergegeven in de brontaal waarin deze is ingevoerd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de teksten tijdens het invoeren niet vertaald. Om de teksten naderhand te vertalen, kunt u een vertaalprocedure uitvoeren. Om de teksten van pagina-eigenschappen bij een vertaalprocedure te vertalen, moet de pagina zijn geselecteerd. Om projecteigenschappen bij een vertaalprocedure te vertalen, moet het project zijn geselecteerd.

Identieke hoofdletters / kleine letters:

Gedrag bij het automatisch vertalen:

EPLAN zoekt voor iedere projecttekst die wordt vertaald of vervangen een bijbehorend trefwoord in het woordenboek. Als het selectievakje is ingeschakeld, vindt EPLAN het bijbehorende trefwoord alleen als de hoofdletters / kleine letters van de tekst geheel identiek zijn aan de hoofdletters / kleine letters van het trefwoord in het woordenboek.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, hoeven de tekst en het trefwoord wat betreft hoofdletters / kleine letters niet identiek te zijn. Hierdoor kan het aantal gevonden trefwoorden worden verhoogd.

Gedrag bij het handmatig vertalen:

Deze functie is niet van invloed op de handmatige vertaling.

Vertaalde teksten wijzigen:

Gedrag bij het automatisch vertalen:

Als het selectievakje is ingeschakeld, worden reeds vertaalde teksten opnieuw vertaald en overschreven. Deze functie is van belang als u vertaalde teksten met andere vertaalteksten wilt overschrijven.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden reeds vertaalde teksten niet opnieuw vertaald en overschreven. Op deze manier kunt u voorkomen dat reeds vertaalde teksten worden gewijzigd.

Gedrag bij het handmatig vertalen:

Deze functie is niet van invloed op de handmatige vertaling. Bij de handmatige vertaling worden reeds vertaalde teksten doorgaans opnieuw vertaald en overschreven.

Handmatige selectie bij meervoudige betekenis:

Gedrag bij het automatisch vertalen:

Als het selectievakje is ingeschakeld, doet EPLAN vertaalvoorstellen voor woorden die meerdere keren en met verschillende betekenissen in het woordenboek staan. U kunt vervolgens handmatig een van de voorgestelde woorden selecteren.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden er geen vertalingen door EPLAN voorgesteld, maar wordt de vertalingstekst automatisch aan de hand van een reeds bestaande vertaling bepaald. Als er op deze manier geen passende vertaling wordt gevonden, wordt het eerste woord uit de trefwoordenlijst van het woordenboek gebruikt.

Tip:

U kunt de taal "yy_XX" gebruiken om eenduidige ID's voor de vertaling te definiëren. Als deze taal als brontaal wordt gebruikt, kan via de ID altijd een eenduidige vertaling worden gevonden.

Gedrag bij het handmatig vertalen:

Deze functie is niet van invloed op de handmatige vertaling. Bij de handmatige vertaling worden bestaande vertaalvoorstellen altijd weergegeven.

Segment:

In dit veld definieert u op welke wijze in het woordenboek naar een vertalingstekst wordt gezocht en hoe teksten worden uitgevoerd naar de ontbrekende-woorden-lijst. In het algemeen worden de leestekens . (punt), ! (uitroepteken) en ? (vraagteken) in combinatie met een spatie als regeleinde-teken geïnterpreteerd. Deze leestekens mogen in het woordenboek niet aan het einde van een trefwoord staan.

Aanvullende woordscheidingstekens:

Door het invoeren van de tekens "-" of "/" kunnen bij het vertalen per woord en bij het genereren van de ontbrekende-woorden-lijst samengestelde woorden die deze woordscheidingstekens bevatten, worden gescheiden. Dit veld is beschikbaar als in het veld Segment de instelling Woord is geselecteerd.

Regeleinden: Tekstgericht:

Dit selectievakje is beschikbaar als in het veld Segment de instelling Woord is geselecteerd. Als het selectievakje is ingeschakeld, worden de regeleinden bij het vertalen geplaatst op de positie die zich richt naar de positie in de brontekst.
Het selectievakje is standaard uitgeschakeld. In dat geval wordt er gekeken naar de woordlengte van de brontekst en wordt het regeleinde in de vertaalde tekst op een vergelijkbare positie geplaatst. Regeleinden kunnen worden ingevoegd na de scheidingstekens in de vertaling van het betreffende trefwoord. Als scheidingsteken geldt in dit geval een spatie, een koppelteken of een scheidingsvoorstel in het woordenboek.

Hoofdletters / kleine letters:

Hier kunt u definiëren met welke schrijfwijze de bron- en vertalingsteksten worden uitgevoerd. Bij de opties "Alles ..." worden zowel bronteksten als vertalingsteksten gewijzigd. Bij de opties "Vertaling..." worden alleen de vertalingsteksten gewijzigd, de schrijfwijze van de bronteksten blijft ongewijzigd.


Groepsveld Weergave

Talen:

In dit veld definieert u in welke talen en in welke volgorde vertaalbare projectteksten in de grafische editor worden weergegeven. Als weergavetalen kunt u ofwel de dialoogtaal selecteren, ofwel andere talen die u reeds als doeltalen hebt gedefinieerd. De brontaal kan als weergavetaal zijn geselecteerd, maar dat is niet per se noodzakelijk. Als de optie ##_## (dialoogtaal) is geselecteerd, wordt de weergavetaal van het project automatisch aangepast aan de dialoogtaal die op dat moment in EPLAN is ingesteld. Deze functie is bijvoorbeeld handig als u een meertalige project aan derden verstrekt, die dit project vervolgens in EPLAN met een andere dialoogtaal openen.

Standaard geldt deze instelling voor alle vertaalbare projectteksten in de grafische editor. Voor individuele teksten kunt u ook slechts één weergavetaal definiëren door een tekst te selecteren en via Snelmenu > Eigenschappen > tabblad Formaat de optie Enkeltalig (variabel) voor de eigenschap Formaat > Taal te kiezen.

Enkeltalig (variabel):

Hier selecteert u de weergavetaal voor vertaalde projectteksten waaraan u de eigenschap "Enkeltalig (variabel)" hebt toegekend. De instelling vindt plaats in de grafische bewerking via Snelmenu > Eigenschappen > tabblad Formaat, eigenschap Formaat > Taal. U kunt kiezen uit alle vertalingstalen die u in het groepsveld Vertaling hebt opgegeven.

Ontbrekende vertaling:

Voor de vertaling van projectteksten maakt EPLAN gebruik van invoeren in het woordenboek. Als er invoeren in het woordenboek ontbreken, kan EPLAN niet voor alle teksten trefwoorden en / of vertalingsteksten vinden. Met deze functie geeft EPLAN een opmerking bij teksten die niet kunnen worden vertaald. Als u het selectievakje Weergeven inschakelt, kunt u in het veld Tekst een meldingstekst opgeven. Deze tekst wordt overal in de Grafische editor uitgevoerd als EPLAN geen vertaling voor een tekst heeft gevonden. Als u het selectievakje inschakelt en geen opmerkingstekst invoert, wordt als tekst een regeleindeteken uitgevoerd. Hierdoor kunt u bij vertaalde teksten zien dat er een vertalingstaal ontbreekt.

Zie ook