Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Gebruikergedefinieerde eigenschappen verwijderen

Gebruikergedefinieerde eigenschappen die niet meer in het project worden gebruikt, kunt u via het comprimeren van projecten verwijderen.

  1. Kies de menuopdrachten Opties > Eigenschappen configureren.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen configureren de eigenschap die u wilt verwijderen.
  3. Schakel het selectievakje Niet meer gebruiken in.
  4. Klik op [OK].

    De eigenschap wordt niet meer in het project weergegeven.
  5. Kies de menuopdrachten Project > Organiseren > Comprimeren.
  6. Klik in het dialoogvenster Project comprimeren naast het veld Instellingen op [...].
  7. Selecteer in het dialoogvenster Instellingen: Compressie in het veld Schema een schema dat de instellingen voor de compressie definieert of maak een nieuw schema.
  8. Open het hiƫrarchieniveau Projectgegevens verwijderen door op het plus-teken voor de invoer te klikken en schakel het selectievakje Niet meer te gebruiken gebruikergedefinieerde eigenschappen in.
  9. Om de instellingen op te slaan, klikt u op (Opslaan).
  10. Klik op [OK].

    Het project wordt gecomprimeerd, waarbij de als "niet meer gebruiken" gemarkeerde gebruikergedefinieerde eigenschappen worden verwijderd.

Opmerking:

Bij het invoegen en kopiƫren van macro's worden ook de in de macro opgeslagen gebruikergedefinieerde eigenschappen ingevoegd. Daardoor kan het gebeuren dat eigenschappen weer in het project worden ingevoegd terwijl u ze eerder als "niet meer gebruiken" had gemarkeerd en had verwijderd. Aan dergelijke eigenschappen wordt automatisch de instelling Niet meer gebruiken toegewezen, zodat ze weer worden verwijderd wanneer het project opnieuw wordt gecomprimeerd.

Zie ook