Naast de mogelijkheid om het formaat voor datum en tijd over te nemen uit de instellingen van het besturingssysteem, kunt u het formaat ook projectspecifiek instellen. Dat is bijvoorbeeld zinvol als grensoverschrijdend aan een project wordt gewerkt. In dat geval kan dan namelijk een uniform datumformaat worden toegepast.

Het dialoogvenster bevat de volgende opties:

Formaat van het besturingssysteem:

Kies deze optie als het formaat voor datum en tijd moet worden overgenomen uit de instellingen van het besturingssysteem. In het onderliggende veld Voorbeeld wordt het voorbeeld voor het formaat weergegeven.

Projectspecifiek formaat:

Kies deze optie als het formaat voor datum en tijd anders moet zijn dan dat van het besturingssysteem. In de onderliggende velden geeft u het formaat op, waarbij in het veld Voorbeeld het bijgewerkte voorbeeld voor het formaat wordt weergegeven. De volgende instelmogelijkheden zijn beschikbaar:

• Datumformaat: selecteer het gewenste datumformaat in de vervolgkeuzelijst, bijvoorbeeld "DDMMJJJJ" voor de weergave "05.01.2007" of de invoer "DMJJ" voor de weergave "5.1.07".
• Eerste scheidingsteken datum / Tweede scheidingsteken datum: selecteer in deze vervolgkeuzelijsten een van de mogelijke scheidingstekens ".", "/" of "-".
• Tijdformaat: selecteer het gewenste tijdformaat in de vervolgkeuzelijst, bijvoorbeeld "UUMMSS" voor de weergave "07:05:51" of de invoer "UMM" voor de weergave "7:05". Een kleine "u" geeft de tijd weer in 12-uurs-formaat, dus "1:05" voor "13.05" en "1:05".
• Scheidingsteken tijd: selecteer in deze vervolgkeuzelijst een van de mogelijke scheidingstekens "<leeg>" of ":".
• Symbool voor morgen / Symbool voor middag: selecteer in deze vervolgkeuzelijsten een van de mogelijke symbolen voor de morgen resp. middag, bijvoorbeeld "AM" en "PM".

Bij getallen eenheid met spaties uitvoeren:

Schakel dit selectievakje in als bij getallen die met een eenheid zoals "kg" moeten worden aangegeven, voor de eenheid een spatie moet staan. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt tussen het getal en de eenheid geen spatie ingevoegd.