Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright
Zodra u in de verbindingslijst een rij met een routeringsverbinding selecteert, wordt het veld van de betreffende rij breder en verschijnt er een gedetailleerde weergave van alle beschikbare aansluit- en routeringsinformatie. In deze detailweergave wordt de routeringsverbinding door aansluitsymbolen van de bron en van het doel alsmede door een draadsymbool gevisualiseerd. Door het toewijzen van een bedradingsstatus bij de bron- en doelaansluiting wordt de routeringsverbinding bewerkt. Met andere knoppen in de detailweergave kan de routeringssituatie in de montageopbouw in de 3D-weergave worden gevisualiseerd, in de vorm van schemapagina's worden opgeroepen of kan er, bijvoorbeeld in het geval van fouten, verbindingscommentaar worden verzonden. Ook kunnen vanuit de detailweergave verbindingseigenschappen van routeringsverbindingen voor de labeling van draden worden afgedrukt.
Opmerking
Wanneer u in de instellingen de bedradingsmodus Sequentieel hebt gekozen, kan de detailweergave van een willekeurig geselecteerde routeringsverbinding in de verbindingslijst niet worden geopend. Alleen de detailweergave van de eerstvolgende, nog niet geïnstalleerde routeringsverbinding kan worden geopend.
Eigenschappen
De ontwerper kan in het projectbestand bij elke routeringsverbinding andere verbindingseigenschappen opslaan. De waarden van de eigenschappen zijn in de detailweergave na het openen van het project beschikbaar. De volgende informatie kan worden weergegeven:
- Weergegeven ODC en aansluitcode bron / doel
- Verbindingscode
- Lengte met eenheid
- Kabelafwerkingsproces bron / doel
- Verbinding: Typecode
- Opmerking
- Routeringsrichting bron / doel
- Minimaal aandraaimoment
- Maximaal aandraaimoment
- Bled afmeting.
Knoppen en weergave-elementen
Klik of druk op de afzonderlijke knoppen en weergave-elementen tussen de beide rode lijnen in de hierna aangegeven afbeelding, voor meer informatie over de gebruikersinterface in de detailweergave.
Routeringsverbindingen in de 3D-weergave lokaliseren en traceren
EPLAN Smart Wiring biedt de mogelijkheid om de aansluitsituatie van elke routeringsverbinding in de geselecteerde layoutruimte in de 3D-weergave weer te geven en te traceren:
Algemene voorwaarden
- U hebt een project van het type *.EPDZ geopend of voortgezet.
- U hebt een layoutruimte geselecteerd.
Routeringsverbindingen in de 3D-weergave lokaliseren
Werkwijze
- Selecteer een willekeurige routeringsverbinding in de verbindingslijst.
- In de 3D-weergave wordt de aansluitsituatie en het volledige verloop van de geselecteerde routeringsverbinding in de montageopbouw van de geselecteerde layoutruimte weergegeven en in het rood gemarkeerd.
Routeringsverbindingen in de 3D-weergave traceren
Naast de werkelijke weergave, biedt EPLAN Smart Wiring de mogelijkheid om het routeringstraject van de geselecteerde routeringsverbinding in de 3D-weergave te traceren:
Werkwijze
- Klik of druk in de detailweergave bij het aansluitsymbool van de bron of van het doel op de knop .
- In de 3D-weergave wordt de aansluitsituatie bij de bron of bij het doel van de geselecteerde routeringsverbinding in de montageopbouw van de geselecteerde layoutruimte weergegeven.
- Klik of druk bij het aansluitsymbool van de bron of van het doel op de knop .
- In de 3D-weergave wordt een animatie gestart, die het totale routeringstraject van de routeringsverbinding in de montageopbouw van de bron tot aan het doel of van het doel tot aan de bron weergeeft.
- Terwijl de animatie loopt, verandert het symbool van de knop ().
- Klik of druk op , om de lopende animatie op een willekeurige plek te pauzeren.
- De knop neemt weer de vorige toestand aan.
- Klik of druk opnieuw op , om de animatie voort te zetten.
- Klik of druk op de knop , wanneer u de totale aansluitsituatie van de routeringsverbinding van de bron tot aan het doel in de 3D-weergave wilt beschouwen.
Routeringsverbindingen op schemapagina's traceren
Wanneer u een EPLAN Pro Panel-project met een 3D-montageopbouw die is voorzien van schemapagina's bewerkt, is het mogelijk om als extra oriëntatiehulpmiddel de schemapagina's met het verloop van de routeringsverbinding te laten weergeven.
Opmerking
Houd er rekening mee dat alleen schema's van EPLAN Pro Panel-versie 2.8 of hoger kunnen worden weergegeven.
Voorwaarden
- U hebt een project van het type *.EPDZ geopend of voortgezet.
- U hebt een layoutruimte geselecteerd.
- U hebt in de weergegeven verbindingslijst een routeringsverbinding geselecteerd, zodat de detailweergave van de routeringsverbinding is geopend.
- Het geopende of voortgezette project beschikt over schema-informatie, dat kan worden herkend aan de niet-grijze knop .
Werkwijze
- Klik of druk in de detailweergave op de knop .
- Aan de rechter rand van het beeldscherm wordt een vervolgvenster met de titel Schema's geopend.
- Afhankelijk van het verloop van de routeringsverbinding worden in dit vervolgvenster verschillende schemapagina's met de volledige paginanaam weergegeven.
- Klik of druk in het vervolgvenster op de gewenste paginanaam.
- De schemapagina wordt in een apart weergavevenster geopend.
- De component die de bron en / of het doel van de routeringsverbinding is, wordt door een rood rechthoekje in kleur gemarkeerd.
- Aan de rechter rand van het weergavevenster verschijnt een voorbeeld van de overige schemapagina's van het project, indien de geselecteerde routeringsverbinding onderdeel van deze pagina's is.
- Open desgewenst een andere pagina door deze in het voorbeeld te selecteren.
- Sluit het vervolgvenster door op het kruis in de titelbalk te klikken of te drukken.
- Verberg het voorbeeldvenster door op het pijlsymbool of in de detailweergave van de routeringsverbinding opnieuw op de knop te klikken of drukken.
Routeringsverbindingen verwerken
Algemene voorwaarden
- U hebt een project van het type *.EPDZ of *.XLS / *.XLSX geopend of voortgezet.
- U hebt de gewenste layoutruimte geselecteerd, indien het project is gebaseerd op een bestand van het type *.EPDZ.
- U hebt in de weergegeven verbindingslijst een routeringsverbinding geselecteerd, zodat de detailweergave van de routeringsverbinding is geopend.
Bij de bewerking van een project in EPLAN Smart Wiring is het de bedoeling dat de bedradingsstatus van alle routeringsverbindingen wordt gewijzigd van "Niet geïnstalleerd" in "Geïnstalleerd". De statustoewijzing vindt plaats met behulp van de aansluitsymbolen in de detailweergave. Afhankelijk van de bewerkingsmethode in uw productieteam ondersteunt EPLAN Smart Wiring de volgende werkwijzen:
- Apart installeren van de verbindingseinden van de routeringsverbinding bij de bron en het doel
- Installatie van de totale routeringsverbinding, zonder rekening te houden met de bedradingsstatus bij de bron en het doel.
Verbindingseinden van de routeringsverbinding apart installeren
Werkwijze
- Klik of druk in de detailweergave van de eerste routeringsverbinding op het aansluitsymbool van de bron.
- De bedradingsstatus ervan verandert van "Niet geïnstalleerd" in "Geïnstalleerd" .
- Van de totale routeringsverbinding, die door de knop aan de rechter rand van de detailweergave wordt aangegeven, verandert de bedradingsstatus van "Niet geïnstalleerd" in "Gedeeltelijk geïnstalleerd" .
- Klik of druk op het aansluitsymbool van het doel.
- De bedradingsstatus ervan verandert eveneens van "Niet geïnstalleerd" in "Geïnstalleerd" .
- De totale routeringsverbinding krijgt nu de bedradingsstatus "Geïnstalleerd" .
- De detailweergave wordt gesloten en automatisch wordt de detailweergave van de volgende routeringsverbinding voor bewerking geopend.
- Herhaal de onder 1. en 2. beschreven stappen voor alle overige routeringsverbindingen.
- Na afloop van de bedradingswerkzaamheden bevestigt u de melding die verschijnt.
Totale routeringsverbinding installeren
Werkwijze
- Klik of druk in de detailweergave van de eerste routeringsverbinding geheel rechts op het aansluitsymbool.
- De bedradingsstatus van de totale routeringsverbinding en van de aansluitsymbolen bij de bron en het doel verandert van "Niet geïnstalleerd" in "Geïnstalleerd" .
- De detailweergave wordt gesloten en automatisch wordt de detailweergave van de volgende routeringsverbinding voor bewerking geopend.
- Herhaal de stap voor alle overige routeringsverbindingen en bevestig de melding na afloop van de bedradingswerkzaamheden.
Routeringsverbindingen vergrendelen / ontgrendelen
Wanneer een draad in de schakelkast - om welke reden dan ook - niet kan worden geïnstalleerd, kan de bijbehorende routeringsverbinding in de detailweergave worden vergrendeld. Een toewijzing van de bedradingsstatus "Geïnstalleerd" of "Niet geïnstalleerd" bij de bron of het doel van de routeringsverbinding is dan nog steeds mogelijk, maar niet meer voor de totale verbinding.
Werkwijze
- Klik of druk in de detailweergave op de knop .
- Het slot van de knop verandert ().
- De statusweergave van de routeringsverbinding en de knop aan de rechter rand van de detailweergave krijgen de kleur wit.
- Klik of druk opnieuw op de knop, wanneer u de vergrendeling voor de routeringsverbinding wilt opheffen.
Verbindingseigenschappen voor de labeling van draden afdrukken
EPLAN Smart Wiring maakt het mogelijk om de eigenschappen van elke routeringsverbinding af te drukken, zodat deze gegevens voor de labeling van een draad die in de praktijk wordt geïnstalleerd kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een label. De afdrukfunctie kan vanuit de detailweergave van de geselecteerde routeringsverbinding via het printersymbool worden opgeroepen.
Voorwaarden
- U hebt een project van het type *.EPDZ geopend of voortgezet.
- U hebt in de instellingen voor de labeling gedefinieerd welke uitvoergegevens u wilt afdrukken, in welke tekengrootte en in welk lettertype.
Werkwijze
- Selecteer in de verbindingslijst een routeringsverbinding, zodat de detailweergave van de routeringsverbinding wordt geopend.
- Klik of druk op de knop met het printersymbool .
- Selecteer in het vervolgvenster de printer, het paginabereik en het aantal af te drukken exemplaren.
- Definieer desgewenst nog meer printerinstellingen.
- Klik of druk op Afdrukken.
Meer lezen
Instellen / tonen van de status van de routeringsverbinding bij de bron.
Instellen / tonen van de status van de routeringsverbinding bij het doel.
Instellen / tonen van de status van de totale routeringsverbinding.
Algemene routeringsrichting van de bron naar het doel.
Vergrendelt / ontgrendelt de routeringsverbinding voor de statusbewerking.
Maakt het mogelijk om een commentaar bij de routeringsverbinding aan een geadresseerde te verzenden.
Maakt de weergave van schemapagina's mogelijk.
Toont de aansluitsituatie van de routeringsverbinding bij de bron.
Start een animatie die het routeringstraject van de verbinding van de bron naar het doel traceert.
Toont de aansluitsituatie van de routeringsverbinding bij het doel.
Toont de aansluitsituatie van de totale routeringsverbinding.
Start een animatie die het routeringstraject van de verbinding van de bron naar het doel traceert.
Start een animatie die het routeringstraject van de verbinding van het doel naar de bron traceert.
Maakt het mogelijk om verbindingseigenschappen voor de labeling van labels af te drukken.