U hebt een project geopend. U hebt het dialoogvenster Instellingen: Kabelnummering geopend, bijvoorbeeld via de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Kabel (automatisch). U hebt op het tabblad Formaat het formaat "Uit projectstructuur" geselecteerd. Kies in het dialoogvenster Instellingen: Kabelnummering het tabblad Volgorde.
Op dit tabblad definieert u in welke volgorde de kabels worden genummerd. Bepalend daarvoor is welke onderdelen aan de einden van de kabel zijn aangesloten.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Handmatige kabels eerst nummeren:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden handmatige kabels (d.w.z. de kabels waarbij de kabeldefinitielijn niet automatisch is geplaatst) eerst genummerd. Kabels met automatisch geplaatste kabeldefinitielijnen worden daarna genummerd.
Daarnaast worden handmatige kabels overeenkomstig hun grafische volgorde genummerd. De instelling Klemmen- / stekergericht nummeren heeft dan voor de handmatige kabels geen betekenis meer.
Deze instelling heeft voorrang op de instelling in het groepsveld Kabels bij stekers eerst nummeren.
Klemmen- / stekergericht nummeren:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden kabels die aan klemmen of stekers zijn aangesloten, eerst genummerd. De kabels worden genummerd in de volgorde van de klemmenstroken, waarbij de ODC van het doel bepalend is.
Klemmen en stekers worden hierbij gelijk behandeld. Dat houdt in dat eerst alle kabels worden genummerd die aan klemmen of stekers zijn aangesloten. Vervolgens worden de kabels genummerd die niet aan klemmen of stekers zijn aangesloten.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de kabels genummerd overeenkomstig hun grafische volgorde, de schemalogica in het plotkader en de positie van de kabeldefinitie-hoofdfunctie.
Kabels bij dezelfde doelen doorlopend nummeren:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden kabels die naar een gemeenschappelijk doel leiden na elkaar doorgenummerd. Daarna wordt de volgende kabel genummerd die niet naar dit doel leidt.
In het schema zijn vier kabels ingetekend: W1, W2, W3 en W4. Daarvan leiden W1 en W3 naar klemmenstrook X7, en W2 en W4 naar X8.
Gekozen stapgrootte: 1
Voor de nummering: W1, W2, W3, W4
Na de nummering: W1 blijft W1, W2 wordt W3, W3 wordt W2, W4 blijft W4
Kabels bij stekers eerst nummeren:
Via deze instelling kan de nummering worden begonnen bij kabels die bij stekers eindigen.
- Nee: het maakt niet uit of een kabel bij een steker eindigt.
- Alle: van alle geselecteerde kabels worden de kabels die bij stekers eindigen het eerst genummerd. Als bovendien het selectievakje Handmatige kabels eerst nummeren is ingeschakeld, worden de kabels in de volgende volgorde genummerd:
– Handmatige kabels die bij stekers eindigen
– Handmatige kabels die niet bij stekers eindigen
– Automatisch kabels die bij stekers eindigen
– Automatisch kabels die niet bij stekers eindigen. - Alleen de automatisch gegenereerde: van alle geselecteerde kabels worden de automatisch gegenereerde kabels die bij stekers eindigen het eerst genummerd. Als bovendien het selectievakje Handmatige kabels eerst nummeren is ingeschakeld, worden de kabels in de volgende volgorde genummerd:
– Handmatige kabels (onafhankelijk van stekers)
– Automatisch kabels die bij stekers eindigen
– Automatisch kabels die niet bij stekers eindigen.
Zie ook