Als u EPLAN met een opdrachtregel oproept, kunt u een aantal automatische acties toepassen. Met behulp van deze standaard acties kunt u complete programmafuncties uitvoeren, zonder dat u als gebruiker daarbij hoeft in te grijpen.
De volgende automatische acties zijn in EPLAN beschikbaar:
Actienaam |
Beschrijving |
---|---|
Maakt een backup van een project of stamgegevens. |
|
Wijzigt de grafische eigenschappen van layers. |
|
Controleert pagina's of het hele project. |
|
Comprimeert een project. |
|
Kopieert de knoppen van de ene werkbalk naar een andere werkbalk. |
|
Importeert, exporteert of verwijdert een apparatenlijst. |
|
Opent een pagina of een project. |
|
Laadt en registreert een API-module. |
|
Combineert identieke verbindingsdefinitiepunten. |
|
Voert een script uit. |
|
Exporteert layoutruimtes in het STEP-formaat. |
|
Exporteert NC-gegevens voor de machineformaten van Steinhauer, Rittal - Perforex / Secarex, DXF en de boorsjabloon. |
|
Exporteert draadconfectioneringsgegevens in verschillende formaten. |
|
Exporteert pagina's of projecten in een grafisch formaat (TIF, GIF, PNG, JPG). |
|
Genereert verbindingen of kabels. |
|
Importeert / exporteert layers. |
|
Importeert projecten, macro's of tekeningen. |
|
Genereert de export van de productiegegevens / labeling voor een project. |
|
Exporteert een of meerdere gebruikergedefinieerde werkbalken. |
|
Importeert een werkbalk uit een bestand. |
|
Verwijdert een gebruikergedefinieerde werkbalk. |
|
Opent een bestaande werkomgeving. |
|
Importeert of exporteert een materiaallijst. |
|
Importeert of exporteert PLC-gegevens met het aangegeven configuratieprogramma. |
|
Drukt een pagina of het hele project af. |
|
Voert een actie voor een project uit en sluit daarna het project. |
|
Leest in het projectbeheer een bestand met projectinformatie in. |
|
Opent een project. |
|
Registreert een script. |
|
Voert een nummering uit. |
|
Verwerkt een project. |
|
Herstelt een project of stamgegevens. |
|
Slaat de actuele interface-instellingen als werkomgeving op. |
|
Zoekt naar objecten (onderdelen, eigenschappen, teksten etc.) in een project. |
|
Zet waarden (naam, pad, bestandsnaamextensie) van geselecteerde pagina's of van een geselecteerd project terug. |
|
Stelt weergavetalen voor bewerkbare en alleen-lezen projecten in. |
|
Synchroniseert projectgegevens. |
|
Vertaalt een project, verwijdert de vertaling uit een project of exporteert een ontbrekende-woorden-lijst. |
|
Maakt de registratie van een script ongedaan. |
|
Exporteert gebruikergedefinieerde eigenschappen naar een bestand. |
|
Importeert gebruikergedefinieerde eigenschappen uit een bestand. |
|
Voegt een apparaat in. |
|
Actualiseert macro's. |
|
Importeert een gegevensconfiguratiebestand van de externe bewerking in een bestaand EPLAN-project. |
|
Verwijdert uit geselecteerde macro's een weergavetype en slaat deze macro's in een directory op. |
|
Exporteert de verbindingseigenschappen van een project voor de externe bewerking. |
|
Exporteert de functie-eigenschappen van een project voor de externe bewerking. |
|
Exporteert de pagina-eigenschappen van een project voor de externe bewerking. |
|
Opent en sluit een pagina- of macrovoorbeeld. |
|
Importeert gebruikers-, stations- of bedrijfsinstellingen. |
Als voor een automatische actie de parameter voor de projectnaam (/PROJECTNAME) niet wordt aangegeven, wordt het project gebruikt dat het laatst is geopend.
Zie ook