Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Verbindingen plaatsen

Via verbindingsdefinitiepunten is het mogelijk om niet-geplaatste verbindingen te plaatsen of reeds geplaatste verbindingen opnieuw te plaatsen.

  1. Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Navigator.
  2. Selecteer de verbinding die u wilt plaatsen. Een meervoudige selectie is mogelijk.
  3. Kies de snelmenuopdracht Plaatsen.
  4. Plaats het verbindingsdefinitiepunt op een autoconnecting-lijn.

    De gegevens van de verbinding worden aan het verbindingsdefinitiepunt toegewezen. Niet-geplaatste verbindingen worden na het plaatsen verwijderd.

Plaatsing van verbindingen verwijderen

De plaatsing van verbindingen kan uitsluitend via de bijbehorende verbindingsdefinitiepunten worden verwijderd. De verbinding is daarna als niet-geplaatste verbinding in het project aanwezig.

  1. Selecteer de gewenste verbindingsdefinitiepunten en kies de menuopties Bewerken > Plaatsing verwijderen.

    De betreffende verbindingsdefinitiepunten verdwijnen en er ontstaan niet-geplaatste verbindingen. Dit geldt ook als de daaronder liggende verbinding niet verdwijnt. In dat geval zijn er twee verbindingen: een geplaatste zonder specifieke eigenschappen en een niet-geplaatste met specifieke eigenschappen.

    Als er al een niet-geplaatste verbinding met identieke doelen bestaat, wordt er een extra niet-geplaatste verbinding gegenereerd. Dit kan leiden tot foutieve resultaten, aangezien er meerdere verbindingsdefinitiepunten op dezelfde verbinding kunnen liggen.

    Als u bij meerdere verbindingsdefinitiepunten van één verbinding de plaatsingen verwijdert, ontstaan er meerdere niet-geplaatste verbindingen. U kunt die niet-geplaatste verbindingen weer bij meerdere verbindingsdefinitiepunten op één verbinding afboeken of plaatsen en bereikt daarmee hetzelfde resultaat als voorafgaand aan het verwijderen van de plaatsingen.

Opmerkingen:

Zie ook