Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Verbindingseigenschappen voordefiniëren

Verbindingen krijgen hun eigenschappen via de voorinstelling in het project en via de eigenschappen van de potentiaal. Alle overige eigenschappen kunt u via verbindingsdefinitiepunten definiëren.

In de projectinstellingen kunt u bepaalde eigenschappen voor verbindingen instellen, die bij het genereren aan iedere verbinding worden toegewezen.

De eigenschappen die in het project zijn ingesteld, worden doorgegeven aan de potentiaal. De potentialen geven op hun beurt hun eigenschappen weer door aan de signalen en daarna aan de verbindingen. In elke fase kunt u de gegevens handmatig wijzigen en overige eigenschappen definiëren.

  1. Kies de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Verbindingen > Eigenschappen.
  2. Kies het gewenste tabblad, bijvoorbeeld Elektrotechniek, Hydraulica of Proces-engineering.
  3. Definieer in de afzonderlijke velden de voorinstellingen voor de eigenschappen van de verbinding.
  4. Bevestig uw invoer.

    De voorinstellingen worden opgeslagen. Bij het genereren van een verbinding worden hieraan automatisch de betreffende voorinstellingen toegewezen.

Tip:

Bij grote projecten kan het genereren van de verbindingen veel tijd in beslag nemen. Als u weinig tijd hebt, beantwoordt u de vraag met [Nee]. U kunt de verbindingen op een later tijdstip opnieuw genereren door bij het oproepen van de actie Projectgegevens > Verbindingen > Actualiseren de toetsen [Shift] + [Ctrl] in te drukken.

Zie ook