Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Verbindingsdefinitiepunten

Het verbindingsdefinitiepunt wordt gebruikt om aan één of meerdere daardoor lopende verbindingen eigenschappen toe te wijzen. Deze eigenschappen vullen de eigenschappen waarover de verbinding zelf reeds beschikt aan, of vervangen deze. De hier ingestelde eigenschappen hebben voorrang op de verbindingseigenschappen die voor de potentiaal of in de projectinstellingen zijn vooringesteld. In de enkellijnige weergave of bij de weergave van verbindingsbundels beïnvloedt een verbindingsdefinitiepunt tegelijkertijd meerdere verbindingen.

Opmerking:

Genereer verwerkingen altijd via verbindingen en niet via verbindings- of potentiaaldefinitiepunten. Als een "artikel" en een "lengte" via een verbindingsdefinitiepunt aan twee verbindingen worden toegewezen, dient dit artikel met de bijbehorende lengte ook twee keer (dus één keer per verbinding) in de verwerkingen te staan. Bij een verwerking via de verbindingsdefinitiepunten zouden het artikel en de lengte slechts één keer in de verwerkingen staan.

Aan een verbinding kunnen meerdere definitiepunten worden toegewezen. De verbindingseigenschappen daarvan kunnen elkaar aanvullen, maar elkaar ook tegenspreken. Inconsistenties worden bij het controleren van de projectgegevens herkend en gemeld.

Een verbindingsdefinitiepunt kan ook verbindingseigenschappen weergeven die niet door dit punt zijn gedefinieerd. (De eigenschappen kunnen bijvoorbeeld van de verbinding afkomstig zijn.) Deze eigenschappen kunnen daar echter niet worden gewijzigd.

Verbindingsdefinitiepunten worden (als ze zijn geselecteerd) altijd meegekopieerd en ook ingevoegd, d.w.z. behandeld als geplaatste functies.

Bij het genereren van verbindingen wordt een verbindingscode die alleen uit een vraagteken bestaat als "Niet gedefinieerd" beschouwd. Dat betekent dat als aan een verbinding meerdere verbindingsdefinitiepunten zijn toegekend, de verbinding de code krijgt van het grafisch eerste verbindingsdefinitiepunt waarvan de code niet alleen uit een vraagteken bestaat. Als de codes van alle verbindingsdefinitiepunten alleen uit vraagtekens bestaan of als de codes leeg zijn, dan krijgt de verbinding de code van het grafisch eerste verbindingsdefinitiepunt waarvan de code niet leeg is.

Automatisch geplaatste verbindingsdefinitiepunten

Verbindingsdefinitiepunten kunnen via de verbindingsnummering automatisch worden geplaatst. Bij verbindingen die over meerdere pagina's of veel (d.w.z. meer dan drie) secties lopen, wordt er een punt aan het begin en aan het einde van de verbinding geplaatst. De punten worden geplaatst op de eerste en de laatste verbindingssectie waardoor slechts één verbinding loopt.

Ook bij het automatisch genereren van kabels worden er automatisch verbindingsdefinitiepunten geplaatst.

U kunt automatisch geplaatste verbindingsdefinitiepunten naderhand handmatig verplaatsen.

In macro's opgeslagen verbindingseigenschappen

Als een verbindingsdefinitiepunt in een macro is geïntegreerd, bevat deze macro ook de verbindingseigenschappen. In de macro worden alleen de verbindingsdefinitiepunten en niet de verbindingen opgeslagen. De verbindingen worden bij het invoegen van de macro opnieuw gegenereerd en bevatten de eigenschappen die in het definitiepunt zijn opgeslagen.

Zie ook