U hebt een project geopend. U hebt een contour van het type "Contour-NC-recordgenerering" in de contoureditor geopend (bijvoorbeeld via de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Openen) en voor deze contour een NC-record gegenereerd. Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Record bewerken > Boring genereren.
In dit dialoogvenster definieert u de eigenschappen van de boring.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Selecteer in de vervolgkeuzelijst een boordiameter die voor de machine is gedefinieerd. Een handmatige invoer is hier niet mogelijk.