Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Formaat: Blokeigenschap

In dit dialoogvenster selecteert u een bepaalde eigenschap uit een groep eigenschappen en definieert u de formattering hiervoor.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Categorie:

Geef in de vervolgkeuzelijst aan welke eigenschappen in de lijst daaronder worden weergegeven: Alle, Gegevens of Instellingen. In de lijst worden alle eigenschappen van het geselecteerde type weergegeven waaraan nog geen formattering is toegekend.

Filter:

Geef in dit veld de tekst op waarop de eigenschappen moeten worden gefilterd.

Wanneer u weer naar het oorspronkelijke beeld van de eigenschappen wilt terugkeren, verwijdert u de tekst in het invoerveld. Klik daartoe bijvoorbeeld op (Verwijderen).

Minimum veldbreedte:

Hier definieert u de minimum veldbreedte voor de waarde van de eigenschap. Kleinere waarden worden voorafgegaan door de in het veld Opvulteken gedefinieerde tekens. Langere waarden worden volledig uitgevoerd. Alleen positieve numerieke waarden zijn toegestaan. Wanneer u een nul opgeeft, is de veldbreedte variabel.

Opvulteken:

Met dit opvulteken wordt de waarde opgevuld, als de invoer in het veld Minimum veldbreedte groter is dan de breedte van de waarde.

Vergelijken met bovenliggende layer:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden structuurcodes verborgen als deze gelijk zijn aan de structuurcodes in de omgeving (structuurkast of pagina) waarin ze zijn uitgevoerd. Dit geldt dan ook voor de eigenschap ODC (alleen projectstructuren) (ID 20020).


Groepsveld Eigenschap verbergen als

In dit groepsveld kunt u verschillende criteria definiëren, waarmee u kunt aangeven wanneer een eigenschap niet moet worden weergegeven.

De eigenschap leeg is:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt een lege eigenschap niet uitgevoerd. Een eigenschap wordt ook als leeg beschouwd als de eigenschap of het object niet is gevonden.

Als u in het veld Taal de optie "Alle weergavetalen" hebt geselecteerd, is de eigenschap alleen leeg als alle weergavetalen leeg zijn. Wanneer u in het veld Taal een bepaalde taal hebt geselecteerd, wordt zowel deze taal als de in het veld Alternatieve taal ingestelde tweede taal in acht genomen.

De eigenschap de volgende waarde heeft:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschap niet uitgevoerd als deze de waarde heeft die in het veld daaronder wordt aangegeven. U kunt tijdelijke aanduidingen (zoals "*" en "?") gebruiken.

Als u in het veld Taal de optie "Alle weergavetalen" hebt geselecteerd, moet de eerste weergavetaal de opgegeven waarde hebben om de eigenschap te verbergen.

De eigenschap niet de volgende waarde heeft:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de eigenschap niet uitgevoerd als deze niet de waarde heeft die in het veld daaronder wordt aangegeven. Dat houdt in dat de eigenschap alleen wordt uitgevoerd als deze de waarde heeft die in dit veld wordt aangegeven. U kunt tijdelijke aanduidingen (zoals "*" en "?") gebruiken.

Als u in het veld Taal de optie "Alle weergavetalen" hebt geselecteerd, moet de eerste weergavetaal de opgegeven waarde hebben om de eigenschap uit te voeren.

De voorafgaande eigenschap is verborgen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de actuele eigenschap niet uitgevoerd als de voorafgaande eigenschap is verborgen. De "voorafgaande eigenschap" is de eigenschap die in de lijst Geselecteerde formaatelementen voor de actuele eigenschap staat. Op deze manier kunt u bereiken dat bij meerdere in de lijst onder elkaar staande eigenschappen de volgende eigenschappen worden verborgen zodra de eerste eigenschap niet meer wordt weergegeven.

De voorafgaande eigenschap is niet verborgen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de actuele eigenschap niet uitgevoerd als de voorafgaande eigenschap is uitgevoerd. De "voorafgaande eigenschap" is de eigenschap die in de lijst Geselecteerde formaatelementen voor de actuele eigenschap staat. Op deze manier kunt u bereiken dat van twee in de lijst onder elkaar staande eigenschappen ofwel de ene ofwel de andere wordt weergegeven.

Voorafgaand scheidingsteken is opgenomen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt een scheidingsteken vóór de actuele eigenschap verborgen als deze eigenschap wordt verborgen. Het "voorafgaande scheidingsteken" is het scheidingsteken dat in de lijst Geselecteerde formaatelementen voor de actuele eigenschap staat.

Volgend scheidingsteken is opgenomen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt een scheidingsteken na de actuele eigenschap verborgen als deze eigenschap wordt verborgen. Het "volgende scheidingsteken" is het scheidingsteken dat in de lijst Geselecteerde formaatelementen achter de actuele eigenschap staat.


Numerieke waarde als tekst weergeven:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt voor een eigenschap met numerieke of booleaanse eigenschapswaarden in de bijbehorende blokeigenschap in plaats van de numerieke of booleaanse waarde de in het programma opgeslagen tekst weergegeven (bijvoorbeeld voor de eigenschap Bereik de tekst "Elektrotechniek" in plaats van de waarde "0"). Met de vervolgkeuzelijst Taal kan de tekst in een bepaalde taal worden weergegeven.

Opmerking:

De teksten voor de numerieke eigenschapswaarden worden intern in alle beschikbare dialoogtalen vertaald. Wanneer u als weergavetaal een taal selecteert die niet als dialoogtaal beschikbaar is, wordt de tekst weergegeven in de taal die als alternatieve taal is ingesteld.

Vervangingstekst:

Selecteer in de vervolgkeuzelijst de te gebruiken tabel met vervangingsteksten. De waarden van de geselecteerde eigenschap worden dan vergeleken met de in de tabel gedefinieerde teksten en dienovereenkomstig vervangen.

De tabellen worden via de projecteigenschap Blokeigenschap: Vervangingstekst [n] en de formuliereigenschap Eigenschappen geformatteerd: Vervangingstekst [n] gedefinieerd. Via de index [n] kunnen daar tot maximaal tien tabellen worden gedefinieerd.

Voor blokeigenschappen worden tabellen gebruikt die in de projecteigenschap zijn gedefinieerd.
Bij de verwerking van formulieren die tijdelijke aanduiding-teksten met geformatteerde eigenschappen bevatten, worden met voorrang de tabellen gebruikt die in de formuliereigenschap zijn gedefinieerd. Als de geselecteerde tabel niet in de formuliereigenschap is gedefinieerd, wordt in plaats hiervan de gelijknamige tabel uit de projecteigenschap gebruikt.

Als u de invoer "Niet gebruiken" kiest, worden de waarden van de geselecteerde eigenschap niet vervangen.

Taal:

Selecteer in de vervolgkeuzelijst de taal waarin de eigenschap wordt weergegeven. Voor elke eigenschap kan de taal afzonderlijk worden ingesteld.

Wanneer u voor een bepaalde eigenschap "Alle weergavetalen" heb gekozen, worden alle ingestelde weergavetalen na elkaar met een regeleinde in het resultaat geschreven. De teksten in de blokeigenschap zelf zijn altijd enkeltalig, d.w.z. meertalige invoeren kunnen nog wel worden weergegeven, maar niet meer aan afzonderlijke talen worden toegekend.

Als u voor een eigenschap de optie "Enkeltalig (variabel)" kiest, wordt de vertaalde tekst weergegeven in de taal die u voor de instelling Enkeltalig (variabel) hebt gedefinieerd.

(Alleen voor formaten voor blokeigenschappen:)

De lijst bevat alle talen die in de vertaalinstellingen als weergavetalen zijn gedefinieerd.

(Alleen voor blokformaten voor de configuratie van de boomweergave:)

Wanneer u voor een eigenschap de optie "Brontaal " kiest, worden de teksten van deze eigenschap in de ingestelde brontaal weergegeven.

De instellingen voor de talen (brontaal, weergavetalen etc.) brengt u aan in de projectspecifieke vertaalinstellingen onder de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Vertaling > Algemeen.

Zie ook