U hebt een project geopend. U hebt een navigator geopend waarin onderdeelgegevens worden weergegeven. Selecteer een ODC. Kies de snelmenuopdracht Nieuwe functies.
In dit dialoogvenster genereert u in de betreffende navigator meerdere functies voor een nieuwe of bestaande ODC volgens een bepaald nummeringspatroon. Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor bepaalde functies (klemmen, stekercontacten, spoelen- en relaiscontacten, apparaat- en PLC-aansluitingen en verzamelrails). Afhankelijk van de geselecteerde functiedefinitie worden de klemmen-, contact- of aansluitcodes door het nummeringspatroon bepaald.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
In dit veld wordt de volledige ODC weergegeven waaraan de nieuwe functies worden toegekend. Er wordt de ODC van het onderdeel weergegeven dat u in de navigator hebt geselecteerd. U kunt de ODC wijzigen of een nieuwe ODC opgeven.
Voer in dit veld het nummeringspatroon in. Bij klemmen, steker- en spoelcontacten worden de klemmen-, steker- en spoelcontactcodes door het nummeringspatroon bepaald. Bij de andere functies worden de aansluitcodes door het nummeringspatroon bepaald.
U hebt als functiedefinitie een klem met twee aansluitingen geselecteerd.
Nummeringspatroon |
Resultaat |
---|---|
|
10 klemmen met klemmencodes |
U hebt als functiedefinitie een vermogen-maakcontact met twee aansluitingen geselecteerd.
Nummeringspatroon |
Resultaat |
---|---|
|
3 vermogen-maakcontacten met aansluitcodes |
U hebt als functiedefinitie een klem met twee aansluitingen geselecteerd. De nummering begint met de startwaarde 1a, de nummeringsvolgorde is 1a,1b het nummeringsbereik loopt van 2a t/m 8b en de eindwaarde van de nummering is 8b.
Nummeringspatroon |
Resultaat |
---|---|
|
16 klemmen met klemmencodes |
In dit veld staat de functiedefinitie die voor de nieuwe functies wordt gebruikt. Met de knop [...] opent u het dialoogvenster Functiedefinities waarin u een andere functiedefinitie kunt selecteren.
De waarde in dit veld geeft aan hoeveel aansluitingen elke nieuw gegenereerde functie heeft. Het aantal aansluitingen is afhankelijk van de geselecteerde functiedefinitie.
De waarde in dit veld geeft aan hoeveel nieuwe functies worden gegenereerd. Het aantal nieuwe functies is afhankelijk van het nummeringspatroon en van het aantal aansluitingen dat in de functiedefinities is ingesteld.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden uit de gegenereerde klemmen etageklemmen gevormd.
De waarde in dit veld geeft aan hoeveel etages elke gegenereerde etageklem heeft.
Als het selectievakje is ingeschakeld, worden de klemmen per etage genummerd. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de klemmen per klem genummerd.
U hebt als functiedefinitie een klem met twee aansluitingen geselecteerd. In de overige velden hebt u de volgende invoeren aangebracht:
Nummeringspatroon:
Etageklem: selectievakje ingeschakeld
Aantal etages:
Er worden 16 klemmen gegenereerd, waaruit acht etageklemmen met elk twee etages worden gevormd. Afhankelijk van het selectievakje Etagegericht nummeren krijgt u de volgende klemmencodes.
Etagegericht nummeren |
Resultaat: Klemmencode [Etage] |
---|---|
Ja, selectievakje is ingeschakeld |
Etage 2: Etage 1: |
Nee, selectievakje is uitgeschakeld |
Etage 2: Etage 1: |
Zie ook