In EPLAN zijn er twee typen formulieren, die via de formuliereigenschap Formuliergebruik worden onderscheiden:
- Statische formulieren: bij deze formulieren zijn de eventueel beschikbare grafische weergaven op elke verwerkingspagina gelijk en is de rijhoogte van de verwerkte gegevens constant.
- Dynamische formulieren: bij deze formuleren worden grafische weergaven, indien beschikbaar, dynamisch opgebouwd en is het mogelijk om zogeheten "dynamische bereiken" in te voegen. De rijhoogte kan door het activeren van de formuliereigenschap Rijhoogte dynamisch aanpassen variabel worden gemaakt en verwerkingen van meerdere functies kunnen op één verwerkingspagina worden gecombineerd.
Hieronder worden de afzonderlijke dynamische bereiken die in een dynamisch formulier kunnen worden ingevoegd (via de menuopdrachten Invoegen > Dynamisch bereik > ... in de formuliereditor) toegelicht.
Voor alle bereiken geldt: de in de formuliereditor gedefinieerde breedte van het bereik blijft buiten beschouwing; alleen de hoogte wordt verwerkt. Houd er verder rekening mee dat de verwerking begint op de positie waar het eerste invoegpunt van het bereik zich bevindt. Wanneer u dus bijvoorbeeld een kopbereik uit het formulier verwijdert zonder het gegevensbereik te verplaatsen, zal de verwerking beginnen bij de positie van het invoegpunt van het gegevensbereik.
Via de formuliereigenschappen Aantal rijen en Rijhoogte definieert u de maximale grootte van het verwerkingsbereik op de pagina: de beide waarden worden vermenigvuldigd en geven de waarde (in "mm") voor de (niet zichtbare) begrenzingslijn waarna het regeleinde volgt. De begrenzingslijn wordt t.o.v. het einde van het kopbereik berekend. Als het aantal rijen bijvoorbeeld 20 is en de rijhoogte 10 mm, volgt het regeleinde na 20 x 10 = 200 mm.
Opmerking:
Elk dynamisch bereik mag slechts één keer in het formulier voorkomen; anders verschijnt er een melding en wordt het tweede bereik genegeerd.
Kopbereik
Het kopbereik wordt bij de verwerking voor elk onderdeel herhaald. Als het selectievakje Combineren (in het dialoogvenster Instellingen: Uitvoer naar pagina's) is ingeschakeld, worden de verwerkingen van meerdere functies op één verwerkingspagina gecombineerd en wordt het kopbereik aan het begin van elke pagina en vóór de volgende verwerkte functie herhaald.
Gewoonlijk worden kopbereiken alleen gebruikt voor formulieren waaruit functiegerichte verwerkingen zoals klemmenaansluitlijsten worden gegenereerd. Voor overzichten, zoals artikellijsten, is het kopbereik niet relevant.
Als de formuliereigenschap Kopbereik bij nieuwe kolom herhalen is ingeschakeld, wordt het kopbereik in elke nieuwe kolom herhaald. Als deze eigenschap is uitgeschakeld, wordt het kopbereik alleen in de eerste kolom weergegeven. In de volgende kolommen worden dan meer records weergegeven dan in de eigenschap Aantal rijen zijn gedefinieerd.
Koptekst
Standaard wordt de koptekst voor elke functie van de verwerking herhaald; het is echter ook mogelijk om dit bereik als kolomkoptekst te verwerken door de formuliereigenschap Koptekst bij nieuwe kolom herhalen te activeren.
U kunt in een formulier meerdere kopteksten definiëren, wanneer u bijvoorbeeld de inbouwplaatsen waarop de klemmenstroken zich bevinden in de klemmenaansluitlijst wilt laten weergeven. Daartoe kiest u de formuliereigenschap Voor de eerste x sorteringseigenschappen kopteksten genereren en definieert u de gewenste instelling voor het veld Sorteerinstelling in het dialoogvenster Verwerkingen - <Projectnaam> (via de betreffende eigenschap op het tabblad Sjablonen).
Met de eigenschap Geen regelafstand voor koptekst kunt u bovendien de positie van de koptekst in formulieren sturen: als de eigenschap is ingeschakeld, wordt de koptekst samen met de volgende gegevensregel uitgevoerd. Als de eigenschap is uitgeschakeld, wordt voor de koptekst een eigen regel gegenereerd.
Opmerking:
Als u voor elke groep een koptekst wilt uitvoeren, moet de verwerking op groep worden gesorteerd. Alleen dan bent u ervan verzekerd dat elke koptekst van de groep slechts één keer wordt uitgevoerd.
Gegevensbereik
In dit bereik worden de gegevens verwerkt. Als het formulier meerdere kolommen (formuliereigenschap Aantal kolommen) bevat en het selectievakje Combineren (dialoogvenster Instellingen: Uitvoer naar pagina's) is ingeschakeld, kunt u via de eigenschap Elk onderdeel in een nieuwe kolom beginnen aangeven of voor elke verwerkte functie een nieuwe kolom moet worden begonnen of dat de gegevens onder elkaar moeten worden verwerkt (waardoor er ruimte wordt bespaard).
Gegevensbereik voetregel
Dit bereik is de "tegenpool" van de koptekst; het wordt dus na het gegevensbereik en vóór de volgende verwerkte functie weergegeven. Hier kunt u bijvoorbeeld een lijn definiëren waarmee optisch wordt aangegeven dat de verwerking van een functie is afgesloten.
Voetbereik
Het voetbereik wordt één keer per pagina verwerkt, dus niet voor elke afzonderlijke functie. Bij formulieren met meerdere kolommen wordt het voetbereik na de laatste kolom geplaatst.
Opmerking:
Grafische elementen en tijdelijke aanduidingen kunnen in dynamische formulieren ook buiten de dynamische bereiken worden geplaatst. Net als bij de statische formulieren worden ze dan één keer op elke verwerkingspagina uitgevoerd, waarbij de tijdelijke aanduidingen één keer met de gegevens van het eerste kopobject worden verwerkt (bijvoorbeeld de eerste klemmenstrook op de pagina).
Zie ook