U hebt een project geopend.
- Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Verwerkingen (documentatie) > Uitvoer naar pagina's.
- Hulpprogramma's > Verwerkingen (documentatie) > Genereren > [Instellingen] > Uitvoer naar pagina's.
In dit dialoogvenster definieert u de instellingen voor de uitvoer van verwerkingen naar pagina's.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Via de werkbalk kunt u de volgorde van de verwerkingstypen in de kolom Verwerkingstype wijzigen. Als u meerdere verwerkingen gezamenlijk actualiseert, is deze volgorde van invloed op de volgorde waarin de verwerkingen worden gegenereerd. Als u verwerkingen uit meerdere verwerkingssjablonen genereert, kan deze volgorde ook van invloed zijn op de volgorde van de verwerkingspagina's in de pagina-navigator. Dit is het geval wanneer beide verwerkingssjablonen dezelfde startpagina hebben of als de eerste gegenereerde verwerking uit meerdere pagina's bestaat zodat er al paginanamen zijn toegekend.
U hebt de volgende verwerkingssjablonen met identieke startpagina gemaakt:
Verwerkingssjabloon |
Startpagina van het verwerkingsblok |
---|---|
Artikellijst |
=REPORT+PART/1 |
Onderdelenlijst |
=REPORT+PART/1 |
Mogelijkheid 1
Onder de menuopdrachten Hulpprogramma's > Verwerkingen (documentatie) > Genereren > [Instellingen] > Uitvoer naar pagina's verplaatst u het verwerkingstype "Artikellijst" naar de eerste rij en het verwerkingstype "Onderdelenlijst" naar de tweede rij:
Rij |
Verwerkingstype |
---|---|
1 |
Artikellijst |
2 |
Onderdelenlijst |
Wanneer u nu uit beide verwerkingssjablonen gezamenlijk verwerkingen genereert, wordt eerst de artikellijst gegenereerd en vervolgens de onderdelenlijst.
In de pagina-navigator worden eerst de pagina's in de artikellijst met de startpagina =REPORT+PART/1 ingevoegd. Na de pagina's van de artikellijst worden de pagina's van de onderdelenlijst ingevoegd, omdat de startpagina =REPORT+PART/1 reeds is toegekend en EPLAN naar de volgende vrije paginanaam zoekt.
Mogelijkheid 2
U hebt mogelijkheid 1 al uitgevoerd. U wilt de verwerkingen uit de verwerkingssjablonen opnieuw genereren maar de volgorde wijzigen.
Onder de menuopdrachten Hulpprogramma's > Verwerkingen (documentatie) > Genereren > [Instellingen] > Uitvoer naar pagina's verplaatst u het verwerkingstype "Onderdelenlijst" naar de eerste rij en het verwerkingstype "Artikellijst" naar de tweede rij:
Rij |
Verwerkingstype |
---|---|
1 |
Onderdelenlijst |
2 |
Artikellijst |
Wanneer u nu uit beide verwerkingssjablonen gezamenlijk verwerkingen genereert, wordt eerst de onderdelenlijst gegenereerd en vervolgens de artikellijst.
In de pagina-navigator worden eerst de pagina's in de onderdelenlijst met de startpagina =REPORT+PART/1 ingevoegd. Na de pagina's van de onderdelenlijst worden de pagina's van de artikellijst ingevoegd, omdat de startpagina =REPORT+PART/1 reeds is toegekend en EPLAN naar de volgende vrije paginanaam zoekt.
Opmerking:
Als de verwerkingsvolgorde van de verwerkingstypen "Klemmenstrookoverzicht", "Stekeroverzicht" en / of "Kabeloverzicht" moet worden gewijzigd, moet u er beslist voor zorgen dat de startpagina's voor de betreffende verwerkingssjablonen (eigenschap Startpagina van het verwerkingsblok) correct zijn ingesteld zodat ze kunnen worden ingesorteerd! (U kunt ook het selectievakje Subpagina voor de betreffende verwerkingstypen uitschakelen.)
In deze kolom worden alle verwerkingstypen weergegeven die in EPLAN beschikbaar zijn. Er zijn verwerkingstypen voor verwerkingsoverzichten en verwerkingstypen voor functiegerichte verwerkingen. Met de pijlknoppen op de werkbalk kunt u de volgorde van de verwerkingstypen wijzigen.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat het verwerkingstype "Inhoudsopgave" altijd als laatste wordt uitgevoerd! Als bepaalde verwerkingen niet in de inhoudsopgave moeten worden opgenomen, moet u een filter instellen om deze verwerkingen uit te sluiten.
Om aan het geselecteerde verwerkingstype een (ander) formulier toe te wijzen, opent u de vervolgkeuzelijst in deze kolom en klikt u op "Bladeren". In het dialoogvenster Formulier selecteren is standaard de directory ingesteld die in de instellingen als formulierdirectory is ingevoerd. In het veld Bestandstype wordt automatisch het formuliertype weergegeven dat bij het verwerkingstype past. Selecteer het gewenste formulier en klik op [Openen].
In deze kolom definieert u, afhankelijk van het verwerkingstype, de paginasortering voor verwerkingen. De paginasortering geeft aan voor welke structuurcodeniveaus van de paginastructuur bij het verwerken verwerkingsblokken worden gegenereerd. Ook kan voor elke uitvoergroep een verwerkingsblok worden gegenereerd. Klik in een veld op [...]. Definieer in het vervolgvenster de gewenste codeblokken of de schemasymbooleigenschap Uitvoergroep. De geselecteerde codeblokken of de schemasymbooleigenschap worden in de kolom Paginasortering ingevoegd. Voor elk structuurcodeniveau van een geselecteerd codeblok of voor elke uitvoergroep wordt een eigen verwerkingsblok gegenereerd.
Opmerking:
Welke typen paginasortering beschikbaar zijn, hangt af van het verwerkingstype. Voor het verwerkingstype "Formulierdocumentatie" is bijvoorbeeld uitsluitend de paginasortering "Totaal" beschikbaar.
Selecteer in deze vervolgkeuzelijst het formulier voor de deeluitvoer. Deze instelling is alleen voor bepaalde verwerkingstypen beschikbaar, zoals de inhoudsopgave, het kabeloverzicht etc. Als u een formulier voor de deeluitvoer hebt geselecteerd, wordt een algemene (totale) uitvoer gegenereerd met het formulier dat in het veld Formulier is gedefinieerd, en (bijvoorbeeld) een groepsgerichte uitvoer met het formulier dat hier is geselecteerd.
Deze functionaliteit geldt voor dynamische formulieren. Als het selectievakje is ingeschakeld, worden verwerkingen van meerdere functies op één verwerkingspagina gecombineerd.
Min. aantal verwerkingsregels:
Voor formulieren waarbij het selectievakje Combineren beschikbaar is, definieert u met deze waarde hoeveel verwerkingsregels van een functie minimaal op een verwerkingspagina worden weergegeven. Deze instelling bepaalt op welke plaats het pagina-einde wordt ingevoegd.
Subpagina's zijn pagina's waarvoor in de pagina-navigator een extra structuurniveau wordt gegenereerd. Dergelijke pagina's hebben in de paginanaam bijvoorbeeld het formaat 1.1, 1.a, of 1.A. Als het selectievakje is ingeschakeld en bijvoorbeeld in de kolom Tekens de optie "Numeriek" is geselecteerd, worden voor verwerkingsblokken hoofd- en subpagina's gegenereerd.
Als een verwerking uit een verwerkingsblok bestaat, bijvoorbeeld een artikellijst, begint de eerste pagina van het verwerkingsblok op een hoofdpagina en worden alle overige pagina's op subpagina's uitgevoerd. Als een verwerking uit meerdere verwerkingsblokken bestaat, bijvoorbeeld een klemmenaansluitlijst, waarbij per klemmenstrook een verwerkingsblok wordt gegenereerd, begint elke eerste pagina van een verwerkingsblok op een hoofdpagina. Alle overige pagina's van een verwerkingsblok worden op subpagina's uitgevoerd.
Als een verwerkingsblok slechts één pagina heeft, wordt er geen subpagina gegenereerd. In samenhang met de kolom Tekens kunt u ook aangeven dat elke eerste pagina van een verwerkingsblok direct op een subpagina begint. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden er geen subpagina's gegenereerd.
U wilt een klemmenaansluitlijst in de paginastructuur =REPORT/+DOC invoegen:
U genereert een klemmenaansluitlijst voor de volgende drie klemmenstroken:
=EB3+ET1-X0
=EB3+ET1-X1
=EB3+ET1-X2
Zonder subpagina's
U hebt in de verwerkingsinstellingen het selectievakje Subpagina uitgeschakeld. U hebt als startpagina de structuurcode =REPORT/+DOC en de paginanaam 1 gekozen. EPLAN genereert geen subpagina's. Alle verwerkingspagina's van de klemmenstroken worden op hoofdpagina's uitgevoerd:
Klemmenstroken |
Uitleg |
---|---|
=EB3+ET1-X0 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 2 verwerkingspagina's. De eerste pagina krijgt de paginanaam 1, de tweede pagina krijgt de paginanaam 5, omdat dit de eerste vrije pagina is. |
=EB3+ET1-X1 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 1 verwerkingspagina. Deze pagina krijgt de paginanaam 6. |
=EB3+ET1-X2 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 2 verwerkingspagina's. EPLAN kent de paginanamen 7 en 8 toe. |
Met subpagina's
U hebt in de verwerkingsinstellingen het selectievakje Subpagina ingeschakeld en in het veld Tekens de optie "Numeriek" geselecteerd. U hebt als startpagina de structuurcode =REPORT/+DOC en de paginanaam 1 gekozen. EPLAN genereert voor verwerkingsblokken subpagina's. Elke eerste verwerkingspagina van een klemmenstrook begint op een hoofdpagina en alle overige pagina's van een klemmenstrook worden op subpagina's uitgevoerd:
Klemmenstroken |
Uitleg |
---|---|
=EB3+ET1-X0 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 2 verwerkingspagina's. De eerste pagina krijgt de paginanaam 1. Voor de tweede pagina genereert EPLAN de subpagina 1.1. |
=EB3+ET1-X1 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 1 verwerkingspagina. EPLAN kent de paginanaam 5 toe, omdat dit de eerste vrije paginanaam is. EPLAN genereert geen subpagina, omdat het verwerkingsblok uit slechts één verwerkingspagina bestaat. |
=EB3+ET1-X2 |
Dit verwerkingsblok bestaat uit 2 verwerkingspagina's. De eerste pagina krijgt de paginanaam 6. Voor de tweede pagina genereert EPLAN de subpagina 6.1. |
Opmerking:
Voor gecombineerde verwerkingen met subpagina's wordt slechts één verwerkingsblok gegenereerd die alle pagina's bevat.
Als u het selectievakje Subpagina hebt ingeschakeld, definieert u in deze kolom hoe de subpagina's binnen de paginanaam worden weergegeven. Daarbij worden de subpagina en de invoer voor de hoofdpagina door een punt gescheiden. Ook definieert u of de startpagina van de verwerking direct op een subpagina begint.
- Alfabetisch kleine letters: de subpagina wordt in kleine letters weergegeven, bijvoorbeeld "1.a".
- Alfabetisch hoofdletters: de subpagina wordt in hoofdletters weergegeven, bijvoorbeeld "1.A".
- Numeriek: De subpagina wordt met cijfers weergegeven, bijvoorbeeld "1.1".
- Alfabetisch kleine letters (vanaf pagina 1): de startpagina van de verwerking begint direct op een subpagina. De subpagina wordt in kleine letters weergegeven, bijvoorbeeld "1.a".
- Alfabetisch hoofdletters (vanaf pagina 1): de startpagina van de verwerking begint direct op een subpagina. De subpagina wordt in hoofdletters weergegeven, bijvoorbeeld "1.A".
- Numeriek (vanaf pagina 1): de startpagina van de verwerking begint direct op een subpagina. De subpagina wordt met cijfers weergegeven, bijvoorbeeld "1.1".
U kiest de optie Alfabetisch kleine letters. U genereert een verwerking die uit drie verwerkingspagina's bestaat en u voert als startpagina 2 in. Resultaat:
2
2.a
2.b
De startpagina begint op pagina 2. Voor de volgende verwerkingspagina's worden de subpagina's 2.a en 2.b gegenereerd.
U kiest de optie Alfabetisch kleine letters (vanaf pagina 1). U genereert een verwerking die uit drie verwerkingspagina's bestaat en u voert als startpagina 2 in. Resultaat:
2.a
2.b
2.c
De startpagina begint direct op de subpagina 2.a. Voor de volgende verwerkingspagina's worden de subpagina's 2.b en 2.c gegenereerd.
De waarde in deze kolom geeft het aantal lege pagina's aan tussen de laatst gebruikte projectpagina en de nieuwe verwerkingspagina.
Samen met de waarde voor het veld Lege pagina's bepaalt deze instelling op welk veelvoud van de pagina moet worden afgerond.
Lege pagina's = 4, Afronden = 10
Laatste projectpagina |
Verwerkingspagina |
---|---|
47 |
60 |
45 |
50 |
Structuurcode verbergen indien identiek:
Met deze instelling kunt u de weergave van de ODC in verwerkingspagina's verkorten.
- Controleren met de pagina: als structuurcodes of componenten van de structuurcodes van het uitgevoerde onderdeel overeenkomen met de structuurcodes van de pagina, worden deze structuurcodes niet in de ODC weergegeven. Als de structuurcodes van het onderdeel en de pagina verschillend zijn, worden deze structuurcodes in de ODC weergegeven.
U hebt de optie Controleren met de pagina gekozen.
Structuurcode van de pagina
ODC in de projectgegevens
ODC in de weergave van de verwerkingspagina
=A.B+O.1
=A.B+O.1-X1
-X1
=A.B+O.1
=A.C+O.2-X1
.C+.2-X1
- Controleren met het kopobject: deze instelling is beschikbaar voor functiegerichte verwerkingen, zoals een klemmenaansluitlijst. Als structuurcodes of componenten van de structuurcodes van het uitgevoerde onderdeel overeenkomen met de structuurcodes van het kopbereik, worden de structuurcodes niet in de ODC weergegeven.
- Alles met de pagina controleren (incl. kopgegevens): deze instelling is beschikbaar voor functiegerichte verwerkingen, zoals een klemmenaansluitlijst. Als structuurcodes of componenten van de structuurcodes van het uitgevoerde onderdeel overeenkomen met de structuurcodes van de pagina, worden de structuurcodes ook in het kopbereik niet weergegeven.
- Nee: de ODC's van de onderdelen worden in verwerkingspagina's met structuurcodes én subcodes weergegeven.
U hebt de optie Nee geselecteerd.
Structuurcodes in het kopbereik
ODC in de projectgegevens
ODC in de weergave van de verwerkingspagina
=A.B+O.1
=A.B+O.1-X1
=A.B+O.1-X1
=A.B+O.1
=A.C+O.2-X1
=A.C+O.2-X1
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het betreffende formulier bij het openen van het project automatisch gesynchroniseerd met de stamgegevenspool, indien in het dialoogvenster Instellingen: Algemeen (onder de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Algemeen) het selectievakje Projectstamgegevens bij het openen synchroniseren is ingeschakeld.
Zie ook
Een verwerkingsoverzicht zonder sjabloon genereren
Een functiegerichte verwerking zonder sjabloon genereren
Een verwerking uit een sjabloon genereren