Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Stapgroottes definiëren

De stapgrootte bepaalt hoever de cursor bij het gebruik van een pijltoets in de betreffende richting springt. Deze wordt vanuit de actuele cursorpositie ingesteld en ingeschakeld.

Bij de instelling Logische coördinaten gebruiken wordt de stapgrootte in rasterstappen weergegeven. Deze hangt af van de toegepaste rastergrootte van de pagina. Wanneer het ingestelde raster bijvoorbeeld 4 mm is, dan verspringt de cursor bij een stapgrootte 1 met 4 mm, bij 2 met 8 mm etc. Invoer van stapgroottes kleiner dan 1 is bij rasterstappen niet toegestaan.

Bij de instelling Grafische coördinaten gebruiken wordt de stapgrootte in tekeningeenheden (afhankelijk van de instelling in mm of inch) gedefinieerd.

Opmerking:

Op grafische pagina's wordt de instelling van de stapgrootte alleen gebruikt als er geen raster is ingeschakeld. Als er een raster is ingeschakeld en bijvoorbeeld op 16 mm is ingesteld, wordt onafhankelijk van een instelling voor de stapgrootte voor grafische coördinaten met stappen van 16 mm gesprongen.

Voorwaarde:

U hebt een pagina, een formulier, een plotkader of een symbool geopend.

  1. Kies de volgende menuopdrachten: Opties > Stapgrootte
  2. Schakel het selectievakje Grafische coördinaten gebruiken in, zodat in de keuzelijsten de stapgroottes voor Grafische coördinaten worden weergegeven.
    Schakel het selectievakje uit om de stapgroottes voor Logische coördinaten weer te geven.
  3. Geef in het veld Stapgrootte de gewenste stapgrootte op.
  4. Klik op [OK].

    De cursor kan alleen via het toetsenbord met de hier ingestelde stapgrootte worden verplaatst.

Zie ook