In dit dialoogvenster selecteert u de gewenste macro. Houd er rekening mee dat voor paginamacro's een meervoudige selectie mogelijk is!

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Voorbeeld:

Schakel dit selectievakje in om in het rechterdeel van het dialoogvenster het grafische voorbeeld van de in de linkerlijst geselecteerde macro weer te geven. Bij het invoegen van paginamacro's kunnen in het voorbeeld maximaal 12 pagina's worden weergegeven.

Onder het grafische voorbeeld bevindt zich een niet bewerkbaar opmerkingenveld. In dit veld worden bij een geselecteerde macro de volgende gegevens in rijen weergegeven:

• Versie: alleen bij macro's uit macroprojecten
• Bronproject: het project waaruit de macro afkomstig is
• Beschrijving: de tekst die als beschrijving bij het maken van de macro werd opgeslagen (kan ook meerregelig zijn); of de eigenschap Macro: Beschrijving (ID 11057) bij het selecteren van een automatisch gegenereerde paginamacro. Als er in een paginamacro verschillende beschrijvingen zijn opgegeven, wordt alleen de beschrijving van de eerste pagina van de paginamacro weergegeven.
• Bron / referentie: alleen bij venstermacro's die uit DXF- / DWG-bestanden zijn gemaakt. Daarbij staat "DXF" voor macro's uit DXF-bestanden en "DWG" voor macro's uit DWG-bestanden.
• Aantal pagina's: alleen bij paginamacro's.

Bestandstype:

In dit veld wordt het geselecteerde macrotype weergegeven. Bij het invoegen van venster- of symboolmacro's zijn de bestandstypen "Venstermacro (*.ema)" en "Symboolmacro (*.ems)" beschikbaar en daarnaast nog de invoer "Venstermacro, symboolmacro (*.ema, *.ems)". Voegt u paginamacro's in, dan hebt u in de vervolgkeuzelijst toegang tot alle macrotypen. Daardoor hebt u de mogelijkheid ook venster- en symboolmacro's als nieuwe pagina's in te voegen.

Weergavetype:

Niet bij paginamacro's beschikbaar! Het weergavetype van de macro wordt gebruikt voor sorteerdoeleinden. Hiermee kunt u uw macro's beheren. Het is niet van invloed op de functies die zich in de macro bevinden; deze behouden hun eigen weergavetype. Alle macro's bij een artikel kunnen zo in één bestand zijn opgenomen. Voor elk weergavetype van een macro zijn maximaal 26 varianten mogelijk. Het weergavetype is overeenkomstig de geselecteerde functies of het paginatype vooringesteld. Selecteer de gewenste invoer in de vervolgkeuzelijst:

• Meerlijnig: voor macro's die op meerlijnige schemapagina's worden geplaatst.
• Meerlijnig Fluid: voor macro's die op schemapagina's voor de Fluid-techniek worden geplaatst.
• Overzicht: voor macro's die op overzichtspagina's worden geplaatst.
• Paarkruisverwijzing: voor macro's die voor een paarkruisverwijzing worden gebruikt.
• Enkellijnig: voor macro's die op enkellijnige schemapagina's worden geplaatst.
• P&I-schema: voor macro's die op P&I-schemapagina's worden geplaatst.
• Grafisch: voor macro's die alleen grafische schemasymbolen bevatten. Grafische schemasymbolen worden noch bij de verwerkingsprocedures noch bij de controleprocedures noch bij het maken van kruisverwijzingen in acht genomen en wordt het ook niet als doel beschouwd.
• Artikelplaatsing: voor macro's die op montageplaten worden geplaatst.

Variant:

Niet bij paginamacro's beschikbaar! Hebt u van een macro meerdere varianten gemaakt, dan kunt u met deze vervolgkeuzelijst de gewenste variant selecteren. De geselecteerde variant wordt ook in het voorbeeld weergegeven.

Pad:

Hier wordt het in het veld Zoeken in gekozen pad (incl. stationsopgave) weergegeven. Via Snelmenu > Standaard kan het pad automatisch worden ingesteld op de macrodirectory die in de instellingen is gedefinieerd.

Zie ook

Macro's invoegen