Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

P001032: De schakelbare brug kan niet correct worden gesloten. <x>

Oorzaken

Wanneer schakelbare bruggen niet correct kunnen worden gesloten, kan dit de volgende oorzaken hebben:

1. Het brugbegin heeft geen externe aansluiting.

Een klem op een klemmenstrook is als begin van een schakelbare brug gedefinieerd. Maar in de aansluitlogica is geen enkele functiesjabloon van de klem een externe aansluiting. Hierdoor wordt er geen schakelbare brug gevormd.

2. Het brugbegin heeft geen interne aansluiting.

Een klem op een klemmenstrook is als begin van een schakelbare brug gedefinieerd. Maar in de aansluitlogica is geen enkele functiesjabloon van de klem een interne aansluiting. Hierdoor wordt er geen schakelbare brug gevormd.

3. De schakelbare brug begint niet bij een vaste brug-aansluiting.

De functieaansluitingen van de klem waarbij de schakelbare brug begint, zijn wat betreft aansluitlogica geen vaste brug-aansluitingen. Toch wordt er een schakelbare brug gevormd.

4. Het brugeinde bestaat niet

Bij de laatste klem van een klemmenstrook is in het dialoogvenster Klemmen bewerken een gesloten schakelbare brug gedefinieerd. Omdat er na de laatste klem geen volgende klem meer volgt, kan er geen schakelbare brug worden gevormd en is er daarom ook geen brugeinde.

5. Het brugeinde heeft geen externe aansluiting.

Een klem op een klemmenstrook is als einde van een schakelbare brug gedefinieerd. Maar in de aansluitlogica is geen enkele functiesjabloon van de klem een externe aansluiting. Hierdoor wordt er geen schakelbare brug gevormd.

6. Het brugeinde heeft geen interne aansluiting.

Een klem op een klemmenstrook is een "brugeinde" gedefinieerd. Maar in de aansluitlogica is geen enkele functiesjabloon van de klem een interne aansluiting. Hierdoor wordt er geen schakelbare brug gevormd.

7. De schakelbare brug eindigt niet bij een vaste brug-aansluiting.

De functieaansluitingen van de klem waarbij de schakelbare brug eindigt, zijn wat betreft aansluitlogica geen vaste brug-aansluitingen. Toch wordt er een schakelbare brug gevormd.

Oplossingen

Bepaal voor elk van deze oorzaken eerst de locatie van de betreffende klem in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.

Voor de verschillende meldingsopties wordt hieronder beschreven hoe u vervolgens te werk dient te gaan.

Ad 1.: Het brugbegin heeft geen externe aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugbegin in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Intern / extern bij de gewenste functieaansluiting van de klem op "Extern".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Ad 2.: Het brugbegin heeft geen interne aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugbegin in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Intern / extern bij de gewenste functieaansluiting van de klem op "Intern".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Ad 3.: De schakelbare brug begint niet bij een vaste brug-aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugbegin in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Aansluittype voor de interne of externe functieaansluiting van de klem op "Vaste brug".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Ad 4.: Het brugeinde bestaat niet.

Voorwaarden:

  1. U hebt de betreffende klem in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.
  2. U hebt de klem uitgebreid met de eigenschappen Schakelbare brug intern en Schakelbare brug extern.
  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Klem.
  3. Selecteer in de tabel met eigenschappen voor de opties Schakelbare brug intern en / of Schakelbare brug extern de waarde "Geen".
  4. Sluit het dialoogvenster met [OK] en actualiseer vervolgens de verbindingen.

Ad 5.: Het brugeinde heeft geen externe aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugeinde in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Intern / extern bij de gewenste functieaansluiting van de klem op "Extern".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Ad 6.: Het brugeinde heeft geen interne aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugeinde in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Intern / extern bij de gewenste functieaansluiting van de klem op "Intern".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Ad 7.: De schakelbare brug eindigt niet bij een vaste brug-aansluiting.

Voorwaarde:

U hebt de betreffende klem voor het schakelbare brugeinde in het schema gelokaliseerd en geselecteerd.

  1. Kies in het snelmenu de menuopdracht Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de klem op het tabblad Symbool- / functiegegevens.
  3. Klik op [Logisch] en zet in het dialoogvenster Aansluitlogica de waarde van de eigenschap Aansluittype voor de interne of externe functieaansluiting van de klem op "Vaste brug".
  4. Sluit het dialoogvenster Aansluitlogica en het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK] en actualiseer de verbindingen.

Opmerking:

Deze modulespecifieke melding wordt bij het actualiseren van verbindingen uitgevoerd. Deze kan met een nieuwe controleprocedure (via een willekeurig ingesteld schema) uit het dialoogvenster van het meldingenbeheer worden verwijderd.