Oorzaak

Er is een verbinding tussen twee verschillende bussystemen vastgesteld. Er is bijvoorbeeld een busaansluiting van het bussysteem "Profibus" verbonden met een busaansluiting van het bussysteem "Ethernet". De tijdelijke aanduidingen <x> en <y> geven het betreffende bussysteem aan.

Oplossing

1. Bepaal de locatie van de met elkaar verbonden busaansluitingen in het schema met de functies Ga naar (tekening) en Ga naar tweede coördinaat in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
2. Open voor beide busaansluitingen het dialoogvenster Eigenschappen <...>.
3. Klik op het tabblad Busgegevens.
4. Controleer in het veld Bussysteem de instelling voor beide busaansluitingen.
5. Selecteer bij beide busaansluitingen hetzelfde bussysteem en sluit het dialoogvenster Eigenschappen <...> met [OK].
6. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.