Oorzaak

Bij een PLC-aansluiting (ingang of uitgang) is een ongeldige verwijzing naar een PLC-subapparaat vastgesteld. De verwijzing naar een PLC-subapparaat is ongeldig wanneer bij de bijbehorende PLC-kast in de eigenschap PLC-subapparaat x: Naam en / of PLC-subapparaat x: Bij positie / steekplaats en / of in de eigenschap PLC-subapparaat x: Startadres (uitgangen) of PLC-subapparaat x: Startadres (ingangen) geen waarde is ingevoerd.

Oplossing

Mogelijkheid 1

1. Bepaal de locatie van de PLC-aansluiting in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
2. Open het eigenschappendialoogvenster van de PLC-aansluiting.
3. Klik op het eerste tabblad.
4. Bepaal de in de eigenschappenlijst ingevoerde waarde voor het nummer van het subapparaat in het veld PLC-subapparaat: Index.
5. Spring vanuit de PLC-aansluiting - bijvoorbeeld met de snelmenuopdracht Ga naar (tegenpool) - naar de bijbehorende PLC-kast.
6. Klik ook hier op het eerste tabblad.
7. Controleer in de eigenschappenlijst of voor het bijbehorende PLC-subapparaat de in het gedeelte "Oorzaak" genoemde eigenschappen met waarden zijn gevuld.
8. Vul indien nodig de lege eigenschapsvelden met de betreffende waarden.
9. Klik op [OK].
10. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.

Mogelijkheid 2

1. Herhaal de onder "Mogelijkheid 1" beschreven stappen 1 tot 4.
2. Wijzig in het veld PLC-subapparaat: Index de waarde, om aan de PLC-aansluiting het juiste PLC-subapparaat toe te kennen.
3. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.

Zie ook

Adressering van PLC-aansluitingen