Oorzaak

U hebt binnen een verbinding een leidingverdeler geplaatst en hierbij voor bepaalde aansluitingen de eigenschap "Doorgaande verbinding tussen de aansluitingen" ingesteld. In verband met de functiedefinitie van de verbinding is een doorgaande verbinding voor de aangegeven aansluitingen niet realistisch. Dit geldt voor de functiedefinities "Slang" en "Glasvezel" en voor de functiedefinities voor alle typen bruggen.

Oplossing

1. Bepaal de locatie van de leidingverdeler in het project met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
2. Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de verdeler en wijzig de aansluitcodes in het veld Doorgaande verbinding tussen de aansluitingen.
   
   Of verwijder de geplaatste leidingverdeler, of wijzig de functiedefinitie van de verbinding waarop de leidingverdeler is geplaatst.
3. Actualiseer de verbindingen en start vervolgens een nieuwe controleprocedure.