Projecten kunnen alleen offline worden gecontroleerd. Bij de offline-controle is het mogelijk om het hele project, willekeurige componenten van de projectstructuur (bijvoorbeeld alle inbouwplaatsen) of willekeurige pagina's van het project te controleren. Als het gehele project in de offline-controle wordt meegenomen, worden bovendien niet-geplaatste functies, afbreekpunten, apparaten, artikelreferenties en pre-planningsobjecten gecontroleerd.
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend.
- U hebt schema's voor controleprocedures gemaakt die controles bevatten die u offline wilt uitvoeren en waarvan het controletype op "Offline" is ingesteld.
- U hebt de pagina-navigator geopend. In de boom van de pagina-navigator hebt u het project, een of meerdere knooppunten van de projectstructuur of bepaalde pagina's van het project geselecteerd.
- Kies de volgende menuopdrachten: Projectgegevens > Meldingen > Controleprocedure uitvoeren
- In het dialoogvenster Controleprocedure uitvoeren selecteert u een schema in de vervolgkeuzelijst Instellingen.
- Als u afzonderlijke structuurcomponenten of pagina's van het project voor de controle hebt geselecteerd, of als u het dialoogvenster vanuit de grafische editor via de snelmenuopdracht Opnieuw uitvoeren: Controleprocedure hebt opgeroepen, kunt u het hele project nog bij de controle betrekken. Schakel het selectievakje Toepassen op het gehele project in.
- Klik op [OK].
EPLAN controleert het project aan de hand van de in het schema opgegeven instellingen. De resultaten van de controleprocedure worden naar de meldingendatabank geschreven. Als er daarvoor een andere controleprocedure is uitgevoerd, worden de resultaten daarvan verwijderd.
Als er tijdens de controle meldingen worden gegenereerd (bijvoorbeeld omdat er bepaalde controles niet kunnen worden uitgevoerd), worden deze in het systeemmeldingendialoogvenster weergegeven. U wordt hierop attent gemaakt door een opmerking. - Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Meldingen > Beheer.
De meldingen die in de meldingendatabank zijn opgeslagen, worden weergegeven in het dialoogvenster Meldingenbeheer - <Projectnaam>.
Opmerking:
Het aantal controleresultaten kan zeer verschillend uitvallen en hangt af van de onderdelen van de projectstructuur die u voor een offline-controle in de pagina-navigator hebt geselecteerd.
Als het te controleren project bijvoorbeeld een coderingsstructuur volgens groep met onderliggende inbouwplaats heeft, en u selecteert in de pagina-navigator de structuurcode van een Inbouwplaats, worden alle pagina's van deze inbouwplaats aan de hand van uw standaardinstellingen gecontroleerd.
Selecteert u in de pagina-navigator echter de structuurcode van een Groep, worden alle inbouwplaatsen die tot deze groep worden gerekend, inclusief de onderliggende pagina's, gecontroleerd.
Wanneer u in de pagina-navigator het Project selecteert, wordt de controle tot alle pagina's van de onderliggende structuurelementen uitgebreid, waarbij het hoogste aantal controleresultaten kan worden verwacht.
Wanneer in de pagina-navigator maar één Pagina van een inbouwplaats wordt geselecteerd, wordt alleen deze pagina gecontroleerd. Het aantal controleresultaten zal overeenkomstig laag zijn.
Zie ook