Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

NC-record: Principe

Een NC-record is een NC-programma waarmee een machine een contour kan boren of frezen. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de machine en het gereedschap in de machine. De contour wordt grafisch gemaakt in de contoureditor en door het genereren van een NC-record voorzien van machinespecifieke informatie.

Als alle dialoogvensterwaarden in het dialoogvenster NC-contourrecord zijn ingesteld, wordt er een startpunt op een rechte lijn van de contour geplaatst. Vervolgens wordt het freespad als grafische weergave van het NC-programma over de contour getekend.

Opmerking:

Het programma voorkomt dat een startpunt te dichtbij een cirkelboog, een afronding of een hoekpunt van een rechthoek kan worden gezet. De invoer hiervan wordt genegeerd. In de statusbalk wordt de verkeerde positie gemeld en u wordt gevraagd om een ander startpunt te definiëren.

Weergave van de freestrajecten en boorpunten

Freestrajecten

Elk eindpunt van een programmastap (rechte- of cirkelboogbeweging) wordt met een cirkel weergegeven (1). Het freespad wordt met parallelle lijnen, bogen en cirkelsegmenten weergegeven (2).

Kleurcodering van de boorpunten en positiemarkeringen

Blauw: positie van de voorboring (1)

Groen: positie van de frees boven het werkstuk (2)

Rood: positie van de frees in het werkstuk (3).

Als de frees in het materiaal wordt geplaatst of uit het materiaal wordt teruggetrokken, gebeurt dat op dezelfde X/Y-positie, dat wil zeggen dat er op dezelfde plaats een rode en een groene cirkel wordt gegenereerd. Om ervoor te zorgen dat het plaatsen en terugtrekken duidelijk herkenbaar zijn, is de tweede cirkel (programmastap) iets kleiner dan de eerste:

Aanvullende boringen plaatsen

Om de contour te manipuleren, bestaat de mogelijkheid om aanvullende boringen in de freescontour op te nemen. Op die plekken wordt de geselecteerde boor gebruikt. De boring kan vrij of op de snappunten van de contour worden geplaatst.

Elementen plaatsen

Elementen zijn onderbrekingen in het freestraject die met de opgegeven breedte in rechte contourstukken worden geplaatst. Op die plekken blijft het materiaal staan. De bijbehorende vereiste voorboring wordt automatisch gegenereerd.

Kleurcodering

Rood: bewegingen van de frees in het materiaal (1)

Groen: bewegingen van de frees boven het materiaal (2)

Blauw: voorboring (3).

Gegenereerde NC-records

Opmerkingen:

De gegenereerde NC-records worden na het sluiten van de contour ingevoerd in het contourbestand. Bij het genereren van de NC-export worden de contour en de NC-record doorgegeven aan het NC-programma en als onderdeel van de machinespecifieke uitvoerbestanden uitgevoerd. In de software van de aangestuurde machine kunt u de contouren als freestrajecten bekijken.

De in een geopende contour opgeslagen NC-records maakt u zichtbaar met de functies Beeld > Volgende NC-record en Beeld > Vorige NC-record.

Zie ook