Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Online-nummeringsformaat

Het nummeringsformaat bestaat uit de volgende formaatelementen:

Voor een geldig nummeringsresultaat gelden er ten aanzien van het nummeringsformaat en de formaatelementen de volgende regels:

Componenten van het nummeringsformaat

Voorteken

ODC

Beschrijving

-M3

ODC met voorteken

M3

ODC zonder voorteken

Het voorteken (min-teken, koppelteken) komt alleen in de ODC voor als de instelling Voorteken plaatsen voor het onderdeeltype is geactiveerd.

Kenletter

De kenletter geeft een onderdelencategorie aan. Deze wordt automatisch overgenomen uit de toekenningstabel van de geselecteerde kenletterklasse. De kenletter is afhankelijk van de toegepaste norm.

Categorie

Groep

Functiedefinitie

Kenletter

IEC

IEC 61346

IEC 81346

NFPA

Gebruikergedefinieerde

Motor

Motor met PE, 4 aansluitingen

Draaistroommotor

M

M

M

MTR

M

PLC-aansluiting

PLC-aansluiting, aansluitvoeding, 1 aansluiting

Netwerk- / buskabelaansluiting, uitgang

A

K

K

PLC

K

Reservoir

Reservoir

Reservoir

B

C

C

U

B

Gewoonlijk bestaat de kenletter uit een of meerdere letters. De kenletter moet in de ODC vóór de teller staan.

Pagina

De pagina in de ODC geeft de paginanaam van de schemapagina aan waarop het onderdeel is geplaatst. Als de ODC een teller bevat, moet de pagina vóór de teller staan. Als de pagina na een kenletter en vóór een teller staat, moet voor de pagina de minimum veldbreedte zijn aangegeven.

Kolom

De kolom geeft de kolomnaam aan van de kolom waarin het onderdeel zich bevindt. Afhankelijk van de ruimtelijke positie / draaiing van de schemapagina, is de kolom het schemapad of de schemapositie. Als de kolomnaam na een kenletter en vóór een teller staat, moet voor de kolomnaam de minimum veldbreedte zijn aangegeven.

Rij

De rij geeft de rijnaam aan van de rij waarin het onderdeel zich bevindt. Afhankelijk van de ruimtelijke positie / draaiing van de schemapagina, is de rij het schemapad of de schemapositie. Als de rijnaam na een kenletter en vóór een teller staat, moet voor de rijnaam de minimum veldbreedte zijn aangegeven.

Teller

Tellers bestaan gewoonlijk uit cijfers. Ze kunnen echter ook alfabetische componenten bevatten.

Als het nummeringsformaat een teller bevat, moet de teller aan het einde van het formaat staan. Hierdoor kan bij het nummeren een beschikbare teller worden bepaald.

Scheidingsteken

Scheidingstekens worden gebruikt om formaatelementen van elkaar te scheiden. Elk scheidingsteken kan uit een willekeurige combinatie van tekens (cijfers, letters en speciale tekens) of uit spaties bestaan. Scheidingstekens kunnen alleen na de kenletter en voor de teller worden ingevoegd.

Als u een punt, een min-teken of een voorteken van de structuurcode als scheidingsteken gebruikt, worden automatisch ronde haken om de formaatcomponent tussen kenletter en teller ingevoegd. De weergave van de haken kan via het selectievakje Haken in de ODC verbergen (onder de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > ODC) worden in- of uitgeschakeld.

Zie ook