De PLC-functies die in het dialoogvenster PLC-schema genereren worden weergegeven, worden bij het genereren van het schema afgeboekt, d.w.z. aan de passende functies in de macro toegekend.
De functies in de macro's zijn passend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Bij PLC-aansluitingen moeten de functiedefinitiecategorie en de aansluitcode overeenstemmen.
- Als de aansluitcode van de af te boeken PLC-aansluiting wordt voorafgegaan door een vraagteken, moet het kanaal overeenstemmen.
- Een aansluitcode die wordt voorafgegaan door een vraagteken overschrijft bij het afboeken nooit een bestaande aansluitcode zonder vraagteken.
- Bij PLC-kasten moeten de functiedefinities overeenstemmen.
In de macro's kunnen functies voorkomen die niet worden afgeboekt, zoals boventallige PLC-functies of functies die geen PLC-kasten of -aansluitingen zijn. Zo krijgen bijvoorbeeld schakelingsmacro's geen PLC-functies.
Deze functies krijgen hun gegevens van de macro of – als de macro tijdelijke aanduiding-objecten bevat – van de waardensets die aan de variabelen zijn toegewezen. De variabelen zijn echter niet bestemd voor het toewijzen van waarden aan PLC-functies; deze krijgen hun waarden bij het afboeken.
ODC's van functies in de schakelingsmacro's en van aanvullende functies in de PLC-macro's
De ODC's van nieuwe functies worden ingevoegd zoals ze door tijdelijke aanduiding-objecten of direct in de macro zijn gedefinieerd.
Als via het tijdelijke aanduiding-object een ODC met vraagteken wordt ingevoerd, bijvoorbeeld "?K1" (vraagteken, kenletter en een getal aan het einde), of als er geen tijdelijke aanduiding-object is en er een ODC met vraagteken in de macro voorkomt (bijvoorbeeld "-?K1"), worden de onderdelen bij het invoegen opnieuw genummerd. De onderdelen met vraagteken, dezelfde kenletter en een gemeenschappelijk getal in het tijdelijke aanduiding-object krijgen dezelfde naam.
Als via het tijdelijke aanduiding-object alleen een vraagteken wordt ingevoerd, wordt deze vóór de kenletter van de ODC in de macro geplaatst en krijgen eveneens alle ODC's met vraagteken, dezelfde kenletter en een gemeenschappelijk getal dezelfde naam.
Hoofdfuncties in de PLC-macrovarianten
- Als de macrovariant een PLC-kast bevat die geen hoofdfunctie is en als er nog geen geplaatste PLC-kast voorkomt, blijft deze kast een nevenfunctie en wordt deze als aanvullende functie gegenereerd. Deze nevenfunctie neemt de gegevens van de (niet-geplaatste) hoofdfunctie over. Er worden dus een niet-geplaatste hoofdfunctie en een geplaatste nevenfunctie met dezelfde gegevens gegenereerd.
- Als de macrovariant een PLC-kast bevat die hoofdfunctie is en als er nog geen geplaatste PLC-kast als hoofdfunctie voorkomt, wordt deze kast als hoofdfunctie geplaatst en neemt deze de gegevens van de bestaande hoofdfunctie over. Dat houdt in dat de bestaande hoofdfunctie wordt afgeboekt.
- Als de macrovariant een PLC-kast bevat die hoofdfunctie is en als er al een geplaatste PLC-kast voorkomt die hoofdfunctie is, wordt de nieuw ingevoegde kast een nevenfunctie. Deze wordt als aanvullende functie gegenereerd en boekt de gegevens van de hoofdfunctie af. Dat houdt in dat er een extra geplaatste nevenfunctie met dezelfde gegevens wordt gegenereerd.
Zie ook