Potentialen, signalen en netten kunnen tijdelijk met een kleur worden gemarkeerd, zodat hun omvang snel kan worden bepaald. Een geselecteerde potentiaal / signaal / net krijgt de kleur die u in de gebruikersinstellingen hebt gedefinieerd.
Hierna wordt beschreven hoe potentialen worden gemarkeerd. Signalen en netten kunnen via de menuopdrachten Beeld > Signaaltracering of Beeld > Nettracering op dezelfde wijze worden gemarkeerd.
Voorwaarde:
U hebt in de gebruikersinstellingen (Opties > Instellingen > Gebruiker > Grafische bewerking > 2D in de vervolgkeuzelijst Potentiaal traceren) de kleur gedefinieerd waarmee een potentiaal / signaal / net wordt ingekleurd.
- Kies de volgende menuopdrachten: Beeld > Potentiaaltracering
- Klik op een verbindingssymbool of een verbindingslijn.
EPLAN zoekt de bijbehorende potentiaal en kleurt deze volledig in (ook voorbij de paginagrenzen). - Klik op een andere verbinding.
De markering van de eerste potentiaal wordt verwijderd en de potentiaal die bij deze verbinding hoort wordt ingekleurd. - Kies de nogmaals de menuopdrachten Beeld > Potentiaaltracering.
De markering van de potentiaal wordt verwijderd.
Opmerkingen:
- Potentialen, signalen of netten kunnen alleen met een kleur worden gemarkeerd als de verbindingen actueel zijn. Houd er rekening mee dat pas wanneer u een projectoverkoepelende actualisatie van verbindingen uitvoert, de potentiaalgegevens naar de verbindingen worden geschreven. Wanneer u van pagina wisselt, worden alleen de verbindingsgegevens geactualiseerd.
- Wanneer u de potentiaal-, signaal- of nettracering met [Esc] of via Snelmenu > Actie annuleren hebt beëindigd, moet u de tracering één keer uit- en inschakelen (bijvoorbeeld via Beeld > Potentiaaltracering), voordat u een potentiaal / signaal / net opnieuw met een kleur kunt markeren.
Zie ook