- U hebt een project geopend. Pagina > Navigator. Selecteer een project. Kies de snelmenuopdracht Eigenschappen. Kies het tabblad Structuur. Klik op [Volgende]. Kies in het dialoogvenster Uitgebreide projectstructuren het tabblad Weergave.
- U hebt een projectbeheerdatabank geselecteerd. U hebt directory's en projecten ingelezen. Project > Beheer. Selecteer een project. Kies het tabblad Structuur. Klik op [Volgende]. Kies in het dialoogvenster Uitgebreide projectstructuren het tabblad Weergave.
Op dit tabblad definieert u de voortekens voor de structuurcodes en de scheidingstekens voor de subcodes van de projectstructuur.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Groepsveld Codeblokken
In deze velden staan voortekens en scheidingstekens voor de "Functionele toekenning". De velden zijn beschikbaar wanneer u de structuurcode binnen de projectstructuur minimaal één keer als beschrijvend of identificerend hebt gedefinieerd. In de volgende tabel worden de mogelijke tekens weergegeven.
Voorteken |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
== |
== |
# |
. |
≠ |
|
In deze velden staan voortekens en scheidingstekens voor de "Groep". De velden zijn beschikbaar wanneer u de structuurcode binnen de projectstructuur minimaal één keer als beschrijvend of identificerend hebt gedefinieerd. In de volgende tabel worden de mogelijke tekens weergegeven.
Voorteken |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
= |
= |
|
. |
In deze velden staan voortekens en scheidingstekens voor de "Installatieplaats". De velden zijn beschikbaar wanneer u de structuurcode binnen de projectstructuur minimaal één keer als beschrijvend of identificerend hebt gedefinieerd. In de volgende tabel worden de mogelijke tekens weergegeven.
Voorteken |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
++ |
++ |
|
. |
In deze velden staan voortekens en scheidingstekens voor de "Inbouwplaats". De velden zijn beschikbaar wanneer u de structuurcode binnen de projectstructuur minimaal één keer als beschrijvend of identificerend hebt gedefinieerd. In de volgende tabel worden de mogelijke tekens weergegeven.
Voorteken |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
+ |
+ |
|
. |
In dit veld geeft u het voorteken voor het "Groepsnummer" op. Wanneer er tekens worden ingevoerd die niet zijn toegestaan (spaties, - etc.) verschijnt er een knopinfo.
In dit veld geeft u het voorteken voor het "Documenttype" op. Standaard is het voorteken "&" ingesteld. In plaats van "&" kan in EPLAN ook een spatie worden gekozen.
In deze velden geeft u voortekens en scheidingstekens voor een vrije gebruikergedefinieerde structuurcode op. Wanneer er tekens worden ingevoerd die niet zijn toegestaan (spaties, - etc.) verschijnt er een knopinfo.
Ook tussen cijfer en letter scheiden:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de substructuren gescheiden als er van cijfer naar letter wordt gewisseld. EPLAN interpreteert in dat geval een wisseling van cijfer naar letter binnen een structuurcode als substructuur.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden substructuren met behulp van de gedefinieerde scheidingstekens voor subcodes weergegeven.
Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt een code =A1.A2.A3 als =A1A2A3 weergegeven en verwerkt.
Groepsveld Productcode
Opmerking:
De instellingen voor de productcode zijn alleen beschikbaar wanneer in de projecteigenschappen op het tabblad Structuur het selectievakje Uitgebreide referentiecode is ingeschakeld.
In dit groepsveld definieert u of de productcode als structureringselement wordt gebruikt en hoe substructuren van de productcode worden weergegeven. Voor een optimale programmaondersteuning raden wij aan om alle onderdelen te voorzien van een identificerende productcode ("-"). Desgewenst kan de structurering worden verbeterd aan de hand van aanvullende beschrijvende structureringscriteria (aspecten). Door een structurering van projecten met productcodes kunt u de ontworpen machines volledig volgens de mechanische opbouw structureren.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de productcode - dus het codeblok voor het onderdeel (voorteken "-") - als aanvullend structureringselement gebruikt. De instelling heeft het volgende effect:
- Het voorteken "-" wordt altijd in de volledige ODC weergegeven, dus ook wanneer er geen andere codeblokken worden gebruikt.
- In het dialoogvenster Volledige ODC wordt de tabel voor de ODC uitgeschakeld en wordt de productcode in de tabel Structuurcode weergegeven.
- De productcode wordt in het structuurcodebeheer weergegeven.
- Productcodes worden ook bij afbreekpunten genest.
- U kunt de productcode voor structuursegmenten in de pre-planning gebruiken. Voor planningsobjecten kunt u de productcode ook gebruiken wanneer het selectievakje is uitgeschakeld.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt de productcode niet als structureringselement gebruikt.
Voortekens en scheidingstekens:
In deze velden staan voortekens en scheidingstekens voor de "productcode". Deze velden zijn beschikbaar als het selectievakje Voor structurering gebruiken is ingeschakeld. In de volgende tabel worden de mogelijke tekens weergegeven.
Voorteken |
Scheidingsteken voor subcodes |
---|---|
- |
- |
|
. |
Opmerking:
Als de punt als scheidingsteken voor de productcode wordt gebruikt, kunnen enkele functies van het EPLAN-platform niet meer volledig worden gebruikt, omdat deze in tegenspraak zijn met het gebruik van de punt als scheidingsteken. Het betreft o.a. functies die gebruik maken van subtellers en punt-gescheiden fluid-coderingen.
Ook tussen cijfer en letter scheiden:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de substructuren van de productcode gescheiden als er van cijfer naar letter wordt gewisseld. EPLAN interpreteert in dat geval een wisseling van cijfer naar letter binnen een structuurcode als substructuur.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden substructuren met behulp van de gedefinieerde scheidingstekens voor subcodes weergegeven.
Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt de ODC -K01Q04S01 intern in de substructuren -K01, Q04 en S01 gesplitst. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt deze ODC als -K01.Q04.S01 weergegeven en verwerkt.
Zie ook
Met geneste structuurkasten werken
Apparaatkasten: Basisprincipes voor het nesten
Projectstructuur: Basisprincipes