Als u gegevens voor de externe bewerking wilt exporteren, moet u eerst de instellingen voor de externe bewerking van gegevens definiëren: Opties > Instellingen > Gebruiker > Interfaces > Externe bewerking. Vervolgens bepaalt u hoe en waarheen de geselecteerde gegevens moeten worden geëxporteerd. Daarbij is de uitvoer afhankelijk van het geselecteerde objecttype dat u in het schema hebt gedefinieerd.
- Kies de menuopdrachten Hulpprogramma's > Eigenschappen extern bewerken > Gegevens exporteren.
- In het dialoogvenster Extern bewerken selecteert u een schema in de vervolgkeuzelijst Instellingen of klikt u op [...] om in het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking de instellingen voor een nieuw gebruikergedefinieerd schema te definiëren.
- Geef in de vervolgkeuzelijst Taal aan in welke taal de export moet plaatsvinden.
- Geef in het veld Doelbestand het pad en de naam van het doelbestand op, of klik op [...] om het pad en de directory interactief te selecteren.
- Selecteer in het groepsveld Uitvoertype een van de beschikbare opties voor de uitvoer.
- Klik op [OK].
De gegevens worden geëxporteerd, een voortgangsbalk geeft de voortgang aan. - Afhankelijk van de exportspecifieke instellingen en de instellingen voor het uitvoertype, moet u de externe bewerking eerst afsluiten voordat u in EPLAN verder kunt werken.
Zie ook