Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Revisiebeheer: Principe

Projectrevisies worden gebruikt om wijzigingen in een project ten opzichte van een bepaalde projectstatus bij te houden. U kunt de wijzigingen via de wijzigingstracering in het revisieproject aanduiden, of de functie Eigenschappenvergelijking van projecten gebruiken om het actuele project met een referentieproject te vergelijken.

Een wijziging op een pagina of een layoutruimte wordt altijd aangegeven als de afdruk van een pagina of layoutruimte visueel verschilt van de laatste versie. Een wijziging in het project wordt aangegeven als de (zichtbare of onzichtbare) gegevens, zoals de onderdeeleigenschappen of de artikelnummers, wijzigen. De betreffende verwerkingspagina's zijn dan visueel verschillend. Welke gegevenswijzigingen bij referentieprojecten als nieuwe revisiestatus worden herkend, kunt u in het revisiebeheer zelf instellen.

Revisieprojecten, afgesloten projecten en referentieprojecten worden in de pagina-navigator net zo weergegeven als andere projecten. Bovendien wordt de projectstatus door een pictogram in de boomweergave weergegeven:

Pictogram

Betekenis

Afgesloten project / referentieproject. Een afgesloten project of een referentieproject is standaard tegen schrijven beveiligd en kan niet worden gewijzigd of verwijderd.

Bewerkbaar revisieproject.

Revisieprojecten genereren

Een revisieproject is een bewerkbaar project met wijzigingstracering. Het wordt gegenereerd via de menuopdrachten Hulpprogramma's > Revisiebeheer > Wijzigingstracering > Revisie genereren. Daarbij wordt het oorspronkelijke *.elk-project met de bestandsextensie *.ell opgeslagen.

Referentieprojecten genereren

Een referentieproject is een tegen schrijven beveiligde (alleen-lezen) kopie van een project dat op een bepaald tijdstip is gemaakt. Het wordt met de bestandsextensie *.elr opgeslagen en vormt zo een afgesloten project. Bij het genereren van een referentieproject blijft het oorspronkelijke *.elk-project behouden. Bovendien wordt er een kopie van het project als afgesloten *.elr-project gegenereerd. De engineer en de datum waarop het revisieproject is gemaakt, worden automatisch als projecteigenschappen opgeslagen.

Een referentieproject kan op twee manieren worden gegenereerd:

Revisieprojecten bewerken

Zodra u in een revisieproject wijzigingen op een pagina aanbrengt, wordt dit als "Concept" aangeduid. Dit wordt op de pagina grafisch als watermerk aangegeven, en aan de pagina wordt de eigenschap Pagina in conceptmodus toegekend. Deze aanduiding blijft net zo lang bestaan totdat u de pagina afsluit.

Daarbij kan de positie van het watermerk vrij worden gedefinieerd. Plaats daartoe in de plotkadereditor via de menuopdrachten Invoegen > Speciale tekst > Watermerk (revisiebeheer) een speciale tekst, die automatisch op de betreffende layer ligt, en formatteer deze. Als dit watermerk vervolgens op een pagina moet worden weergegeven, wordt eerst gezocht naar de speciale tekst en worden de eigenschappen daarvan overgenomen. Als er geen formattering is opgegeven, wordt het watermerk midden op de pagina geplaatst. (De tekst die als watermerk moet worden gebruikt, definieert u onder de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Revisie (wijzigingstracering).)

Als u de cursor in een revisieproject over een gewijzigd object beweegt, verschijnt er een knopinfo met informatie over de revisie. Om gewijzigde objecten eenvoudiger te kunnen vinden, worden deze op de pagina door een grafische markering aangegeven.

Invoegen van pagina's of paginamacro's met revisiegegevens

Revisiegegevens bevatten informatie die bij het afsluiten van pagina's, projecten of bewerkingsbereiken automatisch of handmatig wordt ingevoerd, zoals bijvoorbeeld de wijzigingsreden, revisienaam, revisie-engineer, revisiedatum etc. De revisiegegevens worden in de pagina-eigenschappen en in het dialoogvenster Revisiegegevens nabewerken weergegeven en in revisie-overzichten uitgevoerd.

Wanneer u pagina's vanuit revisieprojecten kopieert en invoegt of paginamacro's invoegt die revisiegegevens bevatten, kunt u de revisiegegevens en revisiemarkeringen naar keuze behouden of verwijderen. U definieert dit via de gebruikersinstelling Revisiegegevens en revisiemarkeringen bij het plakken behouden (menupad Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Algemeen).

Zie ook