Symbolen zijn nodig om schema's op eenvoudige wijze te kunnen tekenen. Ze bevatten een verscheidenheid aan informatie zoals grafische elementen, aansluitpunten, de toekenning aan een symboolgroep, de logica etc. Daarbij kan de samenhang tussen een symbool en een functie er als volgt uitzien:
- Het symbool geeft geen functie weer, bijvoorbeeld hoek, T-stuk.
- Het symbool geeft een functie weer, bijvoorbeeld maakcontact, verbreekcontact.
- Het symbool geeft meerdere functies weer, bijvoorbeeld motorbeveiligingsschakelaar, drievoudige zekering.
- Het symbool geeft een deel van een functie weer, bijvoorbeeld apparaataansluiting, wisselcontact.
Om symbolen te beheren worden symboolbibliotheken gebruikt. Een symboolbibliotheek kan een onbeperkt aantal symbolen bevatten. Bij het bewerken van een symbool wordt niet de gehele symboolbibliotheek geopend en opgeslagen, maar alleen het gewijzigde symbool. Dit verkleint de kans op problemen die kunnen ontstaan als meerdere gebruikers tegelijkertijd een symboolbibliotheek bewerken.
Bij het werken met symboolbibliotheken moet u een aantal bijzonderheden in acht nemen. Hierin verschilt de symbooleditor van de grafische editor:
- Omdat de symbooleditor geen refererende symbolen gebruikt, worden de symbolen bij het invoegen in de afzonderlijke componenten verdeeld.
- Er kunnen alleen standaard layers worden gebruikt. Elementen die op vrije layers liggen, moeten bij het invoegen dienovereenkomstig worden aangepast. Dit geldt in het bijzonder voor macro's, DXF / DWG en het klembord.
Diverse eigenschappen van symbolen kunnen via de projectinstellingen (Opties > Instellingen > Projecten) worden vooringesteld. Om deze ook bij het maken van symbolen te gebruiken, moeten ze door de symbooleditor kunnen worden benaderd. Hierdoor kunnen stamgegevens zoals symbolen alleen worden bewerkt als een project geopend is.
Zie ook