Etageklemmen programmaondersteund definiëren
Voorwaarden:
- U hebt een klem of een klemmenstrookdefinitie in de klemmenstrook-navigator, de onderdelen-navigator of de grafische editor geselecteerd.
- U hebt via de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Bewerken het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken geopend.
Afzonderlijke etageklem genereren
- Selecteer de gewenste klemmen in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken.
- Klik op de knop (Etageklem genereren).
Alle geselecteerde klemmen worden in één etageklem gecombineerd.
Meerdere etageklemmen genereren
- Selecteer de gewenste klemmen in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken.
- Klik op de knop (Etageklemmen genereren).
- Definieer in het vervolgdialoogvenster het aantal etages.
- Klik op [OK].
De geselecteerde klemmen worden in etageklemmen met het gedefinieerde aantal etages gecombineerd.
U hebt in het dialoogvenster Klemmenstrook bewerken acht klemmen geselecteerd.
Mogelijkheid 1: klik op de knop . Er wordt een etageklem met acht etages gegenereerd.
Mogelijkheid 2: klik op de knop . In het vervolgdialoogvenster voert u voor het aantal etages de waarde 3 in. Er worden twee etageklemmen met elk drie etages gegenereerd. Er blijven twee klemmen over en die worden niet gecombineerd.
Voor elke gegeneerde etageklem worden de etages automatisch in aflopende volgorde toegewezen. De klem met de bovenste etage wordt de hoofdklem, de overige klemmen worden nevenklemmen.
Als de hoofdklem van een gegenereerde etageklem reeds voor het combineren een hoofdklem was en een artikel bevatte, worden de functiesjablonen van het artikel door de klemmen overlapt. De toekenning van de afzonderlijke etages volgt uit de functiesjablonen.
Tips:
- Met de knop (Scheiden) kunt u een of meerdere geselecteerde klemmen uit de etageklem verwijderen.
- Ook in de grafische editor of in de klemmenstrook-navigator kunt u geselecteerde klemmen in een etageklem combineren. Daartoe kiest u de menuopdrachten Projectgegevens > Klemmenstroken > Etageklem genereren. De grafische eerste klem (overeenkomstig de volgorde in het schema of in de klemmenstrook-navigator) wordt de hoofdklem.
Etageklemmen handmatig definiëren
Voorwaarde:
U hebt een klem in de klemmenstrook-navigator, de onderdelen-navigator of de grafische editor geselecteerd.
- Kies de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen.
- Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Klem.
- Definieer in het veld Etage de gewenste waarde.
Met de waarde > 0 definieert u de klem als etageklem; met de waarde "0" definieert u de klem als "enkelvoudige" klem. De etages kunnen oplopend of aflopend worden gesorteerd. Bij oplopende sortering heeft de onderste etage in de klembehuizing het etagenummer "1". - Voer in de eigenschap Klem: Apparaatpositie een waarde in. Alle klemmen die tot dezelfde etageklem behoren, moeten dezelfde waarde voor de apparaatpositie hebben.
- Definieert via de eigenschap Sorteerkenmerk (klem / stekercontact) de volgorde binnen de etageklem.
- Schakel het selectievakje Hoofdklem uit, als de klem als nevenklem moet worden beheerd. (De hoofdklem kan ofwel de klem met de onderste ofwel de klem met de bovenste etage zijn.)
- Klik op [OK].
- Herhaal vorige stappen voor de overige klemmen die onderdeel van de etageklem moeten zijn.
Zie ook