Onderdelen zijn logische elektrotechnisch of fluidtechnisch (hydraulisch / pneumatisch) samenwerkende eenheden. Ze worden met een onderdeelcode (ODC) aangeduid, bijvoorbeeld M1, K1, X1, XS1, W1. Onderdelen worden gemaakt als functies die in het project worden gebruikt dezelfde ODC hebben (bijvoorbeeld K1). Door deze identieke ODC wordt de logische samenhang aangegeven.
Een onderdeel kan uit meerdere componenten zijn opgebouwd, maar kan ook uit slechts één component bestaan. Een component is een deel van het onderdeel dat niet verder kan worden uitgesplitst, bijvoorbeeld een motor, klem, steker (meerdere pennen, geen bussen), hulpblok, kabel.
Aan een component kan een artikelnummer worden toegekend. Een component vertegenwoordigt dus gewoonlijk een artikel. Componenten kunnen op de montageplaat grafisch worden weergegeven.
Componenten hebben alleen betekenis in samenhang met het artikelbeheer en het apparaatconcept, maar niet voor het logische gedrag van het systeem (kopiëren, verwijderen, afboeken etc.). Het elektrotechnische of fluidtechnische gedrag van een component wordt door functies geregeld. Elke component kan een of meerdere functies bevatten.
Een functie kan in het schema worden geplaatst en door een symbool worden weergegeven. Een geplaatste functie wordt een schemasymbool genoemd. Een schemasymbool koppelt dus de logica aan de grafische weergave. Het symbool bevat alleen de grafische weergave, terwijl de logische informatie uit de functie (of beter gezegd: uit de functiedefinitie) afkomstig is.
Dat betekent dat u in het schema altijd functies plaatst, en geen componenten!
Functies worden onderscheiden in hoofdfuncties en nevenfuncties. Daarbij vertegenwoordigt de hoofdfunctie het onderdeel. Alleen aan de hoofdfunctie kan een artikel worden toegekend, en via het artikel wordt ook de apparaatdefinitie bij de hoofdfunctie opgeslagen.
In de volgende afbeelding wordt de opbouw van onderdelen aan de hand van een relais nader uitgelegd:
|
Onderdeel (Relais K1)
Component (Relais - Hulpblok)
Functie (Spoel - Maakcontact (vermogen) - Hulpcontact)
Schemasymbool | Montagetekening
Symbolen uit symboolbibliotheek |
Onderdeel K1 bestaat uit twee componenten: een relais en een hulpblok. Beide hebben dus dezelfde onderdeelcode K1.
Het relais heeft meerdere functies, zoals een spoel, een maakcontact (vermogen), een hulpcontact etc. Daarbij is de spoel de hoofdfunctie; deze vertegenwoordigt het onderdeel en hieraan kan een artikel worden toegekend.
Deze functies kunnen in het schema door symbolen grafisch worden weergegeven. Als u een symbool uit een EPLAN-symboolbibliotheek invoegt (bijvoorbeeld een spoel), zijn aan deze symbolen reeds functies toegekend. Zo plaatst u met het symbool tegelijkertijd ook de functie. Op deze wijze ontstaat een schemasymbool. Dit schemasymbool heeft bepaalde eigenschappen die afkomstig zijn van de functie. Bovendien kunt u bij elk schemasymbool nog meer eigenschappen definiëren.
Als u aan het onderdeel een of meerdere artikelen hebt toegekend, kunt u de betreffende componenten op een pagina van het type "Schakelkastopbouw" plaatsen.
Zie ook