Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Pre-planning diepte

In dit dialoogvenster definieert u controleprocedures voor verschillende type segmenten. Hiertoe definieert u verplichte eigenschappen, d.w.z. eigenschappen die voor deze segmenten gevuld moeten zijn. Verplichte eigenschappen kunnen zowel EPLAN-eigenschappen als gebruikergedefinieerde eigenschappen zijn.

Voor de verplichte eigenschappen wordt er gecontroleerd of er een waarde is ingevoerd, of de eigenschap is geactiveerd, of dat er in een vervolgkeuzelijst niet de invoer "Niet gedefinieerd" is gekozen.

Om de controleprocedures te kunnen uitvoeren, moet u in uw controleschema voor de gewenste controleprocedures het controletype hebben gedefinieerd.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

De tabel bevat de volgende kolommen:

  • Rij: doorlopend rijnummer.
  • Naam: hier definieert u de naam van de controleprocedure, bijvoorbeeld de gewenste pre-planning diepte. Deze naam wordt in het meldingenbeheer als meldingstekst van de betreffende controleproceduremelding weergegeven.
  • Segmentdefinitie: in de vervolgkeuzelijst kiest u voor welk type segmenten u verplichte eigenschappen wilt definiĆ«ren. Daarbij kunt u door het kiezen van een individuele segmentdefinitie alleen gelijksoortige segmenten controleren (bijvoorbeeld alleen meetplaatsen), door het kiezen van een basissegmentdefinitie segmenten van een bepaalde categorie controleren (bijvoorbeeld alle PLT-systemen, hieronder vallen zowel meetplaatsen als verbruikersplaatsen), of door het kiezen van "Alle" alle segmenten controleren.
  • Verplichte eigenschap 1 ... 10: voor elke controleprocedure kunt u maximaal tien verplichte eigenschappen definiĆ«ren. Wanneer u in een cel op [...] klikt, wordt het dialoogvenster Eigenschapselectie geopend waarin u de gewenste eigenschap kunt selecteren.

Zie ook