De projectstructuur bestaat uit de pagina- en de onderdeelstructuur. De onderdeelstructuur zelf bestaat weer uit verdere individuele structuren, bijvoorbeeld voor "algemene onderdelen", "klemmenstroken", "kabels", "apparaatkasten" etc.
Al deze structuren kunnen met behulp van coderingsschema's apart worden gedefinieerd. In deze schema's wordt het gebruik van verschillende codeblokken gedefinieerd waaraan u de betreffende structuurcodes toekent. Bij EPLAN worden voorgedefinieerde coderingsschema's meegeleverd. Daarnaast kunnen ook gebruikergedefinieerde coderingsschema's voor eigen projectstructuren worden gemaakt.
De pagina- en onderdeelstructuur wordt bij het maken van een project via het geselecteerde basisproject voorgedefinieerd. In het projecteigenschappendialoogvenster kunt u de pagina- en onderdeelstructuur ook naderhand wijzigen. Daarbij kan de paginastructuur bij een project met pagina's echter alleen onder bepaalde voorwaarden op een later moment nog worden gewijzigd.
Voorwaarde:
U hebt een project gemaakt en dit in de pagina-navigator geselecteerd.
- Kies de volgende opdrachten: Bestand > Informatie > opdrachtengroep Projecteigenschappen > Structuur.
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's een van de beschikbare coderingsschema's, of klik op [...] om in het vervolgdialoogvenster Paginastructuur een gebruikergedefinieerde paginastructuur te definiëren.
- Selecteer in de vervolgkeuzelijst voor een onderdeeltype, bijvoorbeeld Algemene onderdelen, een van de beschikbare coderingsschema's, of klik op [...] om in het vervolgdialoogvenster Onderdeelstructuur een gebruikergedefinieerde onderdeelstructuur te definiëren.
- Indien u subcodes wilt gebruiken, opent u met de knop [Volgende] het dialoogvenster Uitgebreide projectstructuren en selecteert u daar een Scheidingsteken.
- Klik op [OK].
Opmerking:
In de backstage-weergave Informatie worden wijzigingen van de projectstructuur opgeslagen zodra u naar een ander tabblad gaat of de backstage-weergave verlaat. In dat geval verschijnt er een melding en kunt u de wijzigingen overnemen of desgewenst ongedaan maken.
Indien er door de wijzigingen inconsistente gegevens zouden ontstaan, wordt u over de opgetreden onjuistheden via een melding geïnformeerd. U kunt dan de projectstructuur verder bewerken en de fout corrigeren of de wijzigingen ongedaan maken.
Zie ook
Projectstructuur gebruikergedefinieerd definiëren
Weergave van de boomstructuur in de navigators definiëren