Projecten kunnen via de backstage-weergave of via het projectbeheer worden gemaakt. Bij al deze twee methoden wordt het project gemaakt op basis van een basisproject. Hieronder wordt beschreven hoe u een project via de backstage-weergave maakt. Als u zelf nog geen basisproject hebt gemaakt, kunt u voorbeeldsjablonen van EPLAN gebruiken.
Voorwaarde:
U hebt toegang tot basisprojecten.
- Kies de volgende opdrachten: Bestand > Nieuw.
- Geef in het veld Projectnaam van het dialoogvenster Project maken een projectnaam zonder bestandsextensie op.
- Klik in het veld Opslaglocatie op
en definieer in het vervolgdialoogvenster de directory waarin het project moet worden opgeslagen. - Klik in het veld Basisproject op
en ga in het dialoogvenster Basisproject selecteren naar de directory waarin het basisproject zich bevindt. - Selecteer het gewenste basisproject en klik op [Openen].
- Klik op [OK].
In de doeldirectory wordt het nieuwe project *.elk gemaakt.
Als u met de projectbeheerfunctie werkt, wordt het nieuwe project automatisch in het projectbeheer ingelezen.
Tip:
U kunt in de projecteigenschappen aangeven uit welk basisproject een project is gemaakt:
Selecteer uw project in de pagina-navigator en kies de snelmenuopdracht Eigenschappen. Voeg in de backstage-weergave Informatie op het tabblad Eigenschappen de projecteigenschap Project: Sjabloon toe. De eigenschap geeft aan uit welke sjabloon (basisproject of bij een gekopieerd project het bronproject) het project is gemaakt. Ter onderscheiding wordt in aanvulling op de bestandsnaam ook de bestandsextensie aangegeven.
Zie ook