In de gebruikersinterface kunt u alle tabbladen en knoppen van de werkbalk Snelle toegang via bepaalde letters en cijfers met het toetsenbord oproepen. Om deze letters weer te geven, drukt u op de toets [Alt]. Binnen de elementen van het dialoogvenster kunt u de cursor via het toetsenbord en opdrachten via toetsencombinaties sturen.
Voorwaarde:
U hebt het programma geopend.
Elementen binnen een dialoogvenster selecteren
- Druk net zo vaak op [Tab] totdat u het gewenste element hebt geselecteerd.
Tabbladen selecteren
- Druk in het dialoogvenster net zo vaak op [Ctrl] + [Tab] totdat u het gewenste tabblad hebt geselecteerd. Daarbij wordt er binnen de tabbladen van links naar rechts "gebladerd".
- Of druk net zo vaak op [Ctrl] + [Shift] + [Tab] totdat u het gewenste tabblad hebt geselecteerd. Daarbij wordt er binnen de tabbladen van rechts naar links "gebladerd".
Menu's en snelmenu's openen
- Druk in het dialoogvenster net zo vaak op [Tab] totdat u de gewenste menuknop hebt geselecteerd.
- Druk op [Spatiebalk].
Het menu wordt geopend. - Gebruik de pijltoetsen om bij de gewenste menuopdracht te komen.
- Druk op [Enter] om de menuopdracht op te roepen.
Selectievakjes inschakelen / uitschakelen
- Druk net zo vaak op [Tab] totdat u het gewenste selectievakje hebt geselecteerd.
- Druk op [Spatiebalk]. Het selectievakje worden ingeschakeld of uitgeschakeld, afhankelijk van de actuele status.
Vervolgkeuzelijsten openen
- Druk in het dialoogvenster net zo vaak op [Tab] totdat u de gewenste vervolgkeuzelijst hebt geselecteerd.
- Druk op [Alt] + Pijltoets [Onder]. De lijst wordt geopend.
- Gebruik de pijltoetsen om bij de gewenste invoer te komen.
- Druk op [Enter] om de waarde over te nemen.
Toetsenbord in de lijst- of boomstructuur gebruiken
- Selecteer de bovenste hiërarchie van de boomstructuur, bijvoorbeeld de projectnaam.
- Druk op [*] op het numerieke toetsenbord. (Als uw toetsenbord geen numeriek toetsenbord heeft, zoals bij laptops, drukt u op [Fn] in combinatie met de computer- en landspecifieke toets voor "*".) De boomstructuur wordt geopend.
- Met [Ctrl] + [Tab] kunt u tussen de boom- en lijststructuur schakelen.
- Selecteer binnen de lijst- en boomstructuur het gewenste object met de pijltoetsen.
- Druk op [÷] op het numerieke toetsenbord, om alle geopende hiërarchieniveaus van de boomstructuur weer samen te vouwen.
Toetsenbord in tabellen gebruiken
- Selecteer in de tabel of in de lijstweergave van een navigator de gewenste tabelcel met de pijltoetsen.
- Druk op [F2] om de bewerkingsmodus te starten.
- Bewerk de waarde in de tabelcel.
- Druk op [Enter]. De cursor springt in de volgende cel naar onder.
Tip:
U kunt op elk moment met [Ctrl] + [F12] tussen de "dockbare" dialoogvensters zoals de pagina-navigator, het Meldingenbeheer en een grafische editor heen en weer schakelen.
Zie ook